Ik heb het ook meegemaakt. Een stortende landing in de werkelijkheid, beduusd. En daarna mijmeren over wat nu “het verleden” was geworden.
Toen ik elke dag met mijn fiets de stad in trok, naar de universiteit waar ik ooit topstudent was, op bezoek bij vrienden. Toen nodigde ik die vrienden wekelijks uit bij mij thuis, om voor ze te koken. Die vrienden kijken nu niet meer naar me om.
Toen ging ik vier nachten in de week doorhalen in de kroeg, toen had ik overdag mijn gordijnen dicht en lag ik in bed.
Toen kreeg ik ruzie met iedereen die ik kende
Ik ging niet meer naar college. Een sluipend begin van twee jaar met een versnelde neergang van vier maanden. En toen… toen was ik alles kwijt.
Ik zat in mijn stoel, lag in bed, rookte en rouwde
Het duurde een lange tijd voordat ik me ging verzetten tegen de demoralisatie vanuit mezelf. Totdat ik mezelf weer ging wassen en aankleden om, heel voorzichtig, één dag in de week naar een cursus te gaan. Een jaar later kook ik weer en ruim ik op.
Ik sport een paar uur in de week (al ben ik geen sportief mens, het blijkt toch heerlijk te zijn) en heb ik een hond waar ik van ’s ochtends tot ’s avonds me om bekommer. De dagen zijn gevuld met dingen waar ik me fijn bij voel
Door kleine uitdagingen aan te gaan, heb ik gemerkt wat ik allemaal nog wél kan
Ik kan me goed voelen, dat kwam als een verrassing. Echt studeren en werken zal ik voorlopig niet (of misschien nooit) kunnen. Veel vriendschappen zijn voorbij. Dat is oké, want waar één deur is gesloten, zijn er veel, veel meer geopend.
Genezen doe ik niet, herstellen doe ik altijd.
Katharina kreeg in 2014 de diagnose psychotische stoornis. Haar leven was op zijn kop gezet. Drie jaar later is ze hard op weg in haar herstel en kan ze de toekomst weer met goede hoop tegemoet zien. Haar visie op herstel is het achterhalen wat ze kan en wat haar blij maakt.
Geef een reactie