“Mam, wat is dat, een KOPP kind?” vraagt mijn dochter. Ze leest mijn opmerkingen hierover in het recent verschenen boek Uitgedokterd van Brenda Froyen.
Ik werk nu bijna 4 jaar als ervaringsdeskundige in de GGZ. In het eerste jaar dat ik er werkte hoorde ik voor het eerst over KOPP: Kinderen van Ouders met Psychische Problemen. Nooit eerder had ik er van gehoord, maar gelijk gingen de rillingen door mijn lijf. Wat een rare afkorting voor uitdagingen die niet alleen met het hoofd te maken hebben, maar wel deze associatie bij mij oproept. Waarschijnlijk een afkorting die lekker makkelijk te onthouden is.
En dan het stukje ‘ouders met psychische problemen’. Dat vind ik dan weer zo probleemgericht, in plaats van krachtgericht. Het intrigeert mij echter wel.
Zelf was ik ook een kind van een moeder met de nodige psychische problemen in haar leven
Dusdanig dat zij uiteindelijk suïcide pleegde. Het intrigeert me ook vanwege het feit dat mijn dochter mij als moeder heeft. Een moeder die ook de nodige psychische uitdagingen op haar pad is tegen gekomen. Waar zij als elfjarige ruim een half jaar getuige van is geweest, tijdens mijn laatste crisisperiode in 2012.
En dus ging ik op zoek naar meer informatie. Hoe meer ik er over las, hoe verdrietiger ik werd. Ik vond het allemaal zo zwaar en probleemgericht geformuleerd. In plaats van over positieve ondersteuning gaat het over interventies en behandeling. Ik voel mij er niet prettig bij. Sterker nog, door wat ik in de beschrijving lees over mij als ‘ouder met psychische problemen’ voel ik mij ook gevoelsmatig niet gesteund.
Laat duidelijk zijn, ik ben hartstikke vóór aandacht en steun voor de kinderen van mensen met psychische problemen
Ik weet zeker dat deze kinderen de nodige uitdagingen tegen komen, en dat ze een grotere kans lopen om zelf psychische klachten te ontwikkelen. Ook geloof ik zeer in preventie, maar ik vind het erg eng om er een etiket als ‘KOPP’ aan te hangen. Zeker door wat ik er verder over lees.
Een etiket kan soms veel kwaad doen, zo heb ik zelf ook ervaren. En ervaar ik nog steeds. Ik denk zelfs dat dit nog meer geldt voor kinderen. Je bent wat mij betreft ook geen KOPP kind, maar een kind van een ouder met psychische uitdagingen. Een ouder die wellicht extra aandacht, hoop en begeleiding nodig heeft; positief en kracht gericht. Het is namelijk allemaal al uitdagend genoeg. Voor het kind én de ouder.
Recentelijk werd ik over mijn familie ervaringen en mijn werk geïnterviewd door Brenda Froyen voor haar tweede boek Uitgedokterd.
Ze stelde mij aan het eind van ons gesprek de vraag of ik bang ben dat mijn dochter ook psychische problemen kan krijgen
En ja, daar ben ik zeker heel lang bang voor geweest. Ze heeft ook veel meegemaakt, met een moeder die langere tijd ernstig depressieve en psychotische klachten kende. Met een moeder die amper voor haar en zichzelf kon zorgen. Al deed ik er echt mijn uiterste best voor.
Sinds ik mijn eigen laatste acceptatie- en herstelproces heb doorlopen na mijn crisis in 2012 ben ik de ergste angst voor de eventuele gevolgen voor mijn dochter kwijt. Ik heb nu namelijk zelf geleerd om mijn psychische kwetsbaarheid niet alleen als last te zien, maar tevens als mijn kracht. Als iets dat bij mij hoort.
Ik heb geaccepteerd dat ik goed ben zoals ik ben en heb geleerd om rekening te houden met mijn kwetsbaarheid, en er mee om te gaan
Daarom ben ik nu veel minder angstig, maar natuurlijk wel ‘op mijn hoede’. Ik zie dat mijn dochter een kwetsbare en gevoelige puber is. Net zoals vele anderen met haar. En we hebben een stuk ondersteuning gezocht op haar verzoek bij het weerbaarder en veerkrachtiger worden. Daar heeft ze veel aan gehad.
Ja, ik ben nog wel angstig zo nu en dan en heb tevens veel vertrouwen in haar talenten en kracht.
Ik wil haar laten zien dat ik een prachtig hersteltraject heb doorlopen. Ze ziet hoe ik soms met kleine en soms grote stappen vooruit ga in dat herstel. En ik kan haar gelukkig zelf laten zien en ervaren dat die kwetsbaarheid dus ook een mooie en krachtige kant heeft.
En zo nam ik mij al een tijdje voor eens een blog te schrijven over KOPP. Het kwam er nog niet van. Tot Brenda eind oktober haar boek presenteerde en ik daar met die kanjer van een dochter van mij heen ging.
Het ‘toeval’ wilde dat ik de dag erna een mail kreeg van een dierbare collega, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Marianne Frieling. Ze stuurde mij de opname van de klinische les die ze diezelfde dag heeft gegeven over KOPP kinderen. Ik kon daar helaas niet bij zijn.
Ik deel aarzelend mijn ideeën over KOPP, en voeg daar aan toe dat ik het overigens wel heel goed vind dat er aandacht is voor de kinderen. De reactie die ik krijg is zo mooi en hartverwarmend: “Dank voor je enthousiaste reactie! Zullen we met elkaar eens naar de naam en definitie van KOPP kijken? Tenslotte dateert die al uit begin jaren tachtig. Volgende week zien we elkaar bij Ervaringswerkers-VAR (verpleegkundige Advies Raad) en ik heb het meteen op de agenda gezet“.
Ik denk WOW, wat geweldig!
We kunnen het hier met elkaar over hebben. Soms zijn het kleine stapjes die heel groot kunnen voelen. Toeval bestaat niet!
Floor komt er de dag na de presentatie nog even op terug: “dus ik ben een KOPP kind“. Slik…….
Dan zeg ik: “Nee, jij bent Floor. En je bent goed zoals je bent. En waar je eventueel ondersteuning nodig hebt om met uitdagingen om te gaan, krijg je die. Gericht op al die kwaliteiten en krachten die jij in je hebt!”
Geef een reactie