Antwoord
Beste R.,
Ik denk dat je er goed aan doet om weer naar die 20 mg terug te gaan. Dosisverhoging van antidepressiva om het effect ervan te vergroten heeft meestal heel weinig of zelfs helemaal geen zin. Dat heeft te maken met het biochemische effect van de paroxetine in je lichaam. Dat komt, als de paroxetine voor jou werkt, op de een of andere manier (we begrijpen nog steeds niet precies hoe) tot stand door het blokkeren van de zogenaamde serotoninetransporter. Die blokkade is bij een dosering van 20 mg en vaak al bij een nog lagere dosering al heel hoog. En die gaat niet of nauwelijks verder omhoog als de dosis verder omhoog gaat. Het positieve effect dat paroxetine moet hebben waar je op hoopt is er daarom niet of nauwelijks.
Waar je wel gemakkelijk last van kan krijgen bij het verhogen van de dosis zijn nieuwe of meer bijwerkingen. De nieuwe klachten die je zegt te ervaren zouden daarom heel goed het gevolg kunnen zijn van juist het verhogen van de dosis. Het is zelfs goed mogelijk dat je je nog beter gaat voelen als je voorzichtig (!) gaat uitproberen of de dosis van je paroxetine niet juist nog verder omlaag kan dan die 20 mg. Of dat voor jou zo zal zijn is van tevoren niet te zeggen, omdat dit voor iedereen anders kan zijn.
Het kan misschien voor jou de moeite waard zijn om heel voorzichtig, en in goed overleg met je behandelaar, te gaan onderzoeken of een lagere dosis dan 20 mg paroxetine voor jou ook, of misschien zelfs beter werkt. Hoe je dat zou kunnen doen kun je hieronder nalezen in de algemene uitleg over afbouwen. Je kunt dit antwoord en die uitleg uiteraard aan je behandelaar laten lezen. Ik hoop dat dit antwoord duidelijk is en dat je hiermee verder komt.
Met vriendelijke groet,
Peter
ALGEMENE UITLEG OVER VERANTWOORD AFBOUWEN IN DE PRAKTIJK
Als je medicatie gebruikt raakt je lichaam daaraan gewend. Over wat er dan in je lichaam allemaal kan gebeuren is best veel bekend maar nog lang niet genoeg om te kunnen voorspellen of en wanneer en hoe snel iemand onttrekkingsklachten zal krijgen, hoelang die dan zullen duren en hoe erg die dan zullen zijn.
Omdat je niet van tevoren precies kunt weten of de snelheid waarmee je gaat afbouwen voor jou goed is, moet je tijdens het afbouwen proberen om iedere dag bij te houden hoe goed dat voor jou gaat. Zolang het goed gaat kun je verder gaan met afbouwen volgens het schema dat was gekozen. Als je merkt dat je tijdens het afbouwen (onttrekkings)klachten begint te krijgen, dan is dat een teken dat het afbouwen voor jou te snel begint te gaan.
Wat je dan NIET moet doen is zomaar verder gaan met het verlagen van de dosis, omdat onttrekkingsklachten dan nog erger zullen worden. En dat wil je niet. Wat je WEL moet doen is contact opnemen met je behandelaar en bespreken of je bijvoorbeeld een tijdje op dezelfde dosis gaat blijven. We noemen dat stabiliseren. Stabiliseren doe je om je lichaam de tijd te geven om te wennen aan de dosis waarop je zat toen je klachten begon te krijgen. Onttrekkingsverschijnselen zullen hierdoor verminderen en hopelijk weer helemaal verdwijnen. Dat kan heel snel gaan. Als dat gebeurd is, dan kun je daarna als je je weer goed en sterk genoeg voelt verder gaan met afbouwen. Alleen moet je dat dan langzamer doen dan je eerder deed.
Als je op deze manier met je behandelaar goed kunt samenwerken dan heb je de minste kans op problemen en de grootste kans dat het afbouwen zal lukken. Als je daarvoor meer tijd nodig hebt, dan moet je die tijd ook nemen.
De beste manier om geleidelijk en verantwoord af te bouwen zoals hierboven bedoeld is, is om de dosis in een aantal kleine stapjes te verlagen waarbij ervoor gezorgd wordt dat die stapjes naar het einde toe steeds kleiner worden. In technische termen noemen we dat hyperbolisch afbouwen. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop een kind van een glijbaan afgaat. In het begin gaat dat sneller maar door de curve van de glijbaan gaat dat naar het einde toe steeds langzamer. Dat zorgt ervoor dat het kind, ook al gaat dat in het begin heel snel, aan het eind toch zonder schok en heel gelukkig tot stilstand kan komen. Bij afbouwen probeer je hetzelfde te bereiken. Waarbij je jezelf kunt helpen door tijdens het afbouwen goed op te letten hoe dat voor jou gaat zodat het afbouwschema op tijd kan worden aangepast als je merkt dat het voor jou te snel begint te gaan (dat wil zeggen als je door het afbouwen klachten krijgt).
Bij afbouwmedicatie zit altijd een zelfmonitoringformulier dat je één keer per dag moet invullen. Dat is niet moeilijk en het kost je niet veel tijd. Als je dat iedere dag doet dan kun je veel beter zien hoe het afbouwen voor jou gaat, en als je het ingevulde formulier aan je behandelaar laat zien dan kan hij of zij dat ook zien. Dat helpt jullie om samen goede beslissingen over jouw afbouw te nemen.
PERSOONLIJK ADVIES BIJ HET KIEZEN VAN EEN AFBOUWSCHEMA
Ook kunnen behandelaars bij de apotheker een persoonlijk advies vragen voor een afbouwschema voor een patiënt. Hoe dit moet, wordt uitgelegd op blz. 3 van het recept/bestelformulier voor taperingstrips.
Minister Kuipers van VWS heeft gevraagd om het bij NZa te melden als het niet vergoeden van afbouwmedicatie ervoor zorgt dat niet verantwoord kan worden afgebouwd.
Nieuwsbericht 10 mei 2023 van UMC Utrecht over nieuwe studie naar afbouw van antidepressiva met taperingstrips.
Deze vraag is gesteld door een vrouw in de leeftijdscategorie 35-50
Beantwoord door: Peter Groot op 7 juni 2023