Antwoord
Beste I.,
Dat zijn goede vragen, die ik zoals altijd op PsychoseNet in algemene termen zal beantwoorden omdat ik me nu eenmaal niet in jouw behandeling kan mengen. Dat kan ik alleen doen als ik iemand zelf gezien en gesproken heb, bijvoorbeeld via een ‘second opinion’. Dus meer in het algemeen het volgende.
De erfelijkheid van stemmingsstoornissen is voor bipolaire stoornissen (‘manisch-depressiviteit’) groter dan voor ‘unipolaire’ depressies. Genetisch (DNA) onderzoek geeft daarover wel inzicht, maar alleen bij hele grote groepen mensen. Voor het individu heb je daar op dit moment nog niets aan, want er is niet een duidelijk afwijkend gen. Het gaat in de psychiatrie altijd om grote hoeveelheden genen die met elkaar de erfelijkheid voor een bepaalde aandoening bepalen, en dan ook nog met veel variatie.
Een andere benadering van erfelijkheid is familieonderzoek. Het kan blijken dat in je directe familie veel mensen met een stemmingsstoornis voorkomen, wat een indruk geeft over de erfelijke component (‘aanleg’). Of dat betekent dat je de rest van je leven medicijnen moet gebruiken, is weer een ander verhaal. Een heel andere manier om de kans op terugval in te schatten is door te kijken hoe vaak dit al is gebeurd (onder het motto ‘het verleden is de beste voorspeller van de toekomst’). Soms is er vaak een terugval geweest al voordat iemand besloot medicatie te gebruiken.
Soms is bij herhaling een terugval opgetreden na het stoppen van medicatie. In dat laatste geval moet je onderscheid maken tussen een echt nieuwe stemmingsepisode (depressie of manie) dan wel tijdelijke onttrekkingsverschijnselen als gevolg van abrupt stoppen of te snel afbouwen van de medicatie. Die verschijnselen kunnen enigszins lijken op wat je ook bij een depressie voelt.
Afbouwen moet altijd onder begeleiding gebeuren, en ook daarna moet je een tijdje onder controle blijven om te zien hoe het zonder medicatie gaat. Andersom: of dosisverhoging van een medicijn dat je al gebruikt maar onvoldoende werkzaam is dan wel effectief is, moet in jouw geval blijken. Dat moet je dan wel binnen een week of drie, vier merken. Zo niet, dan kan het beter zijn om op een ander medicijn over te stappen. Daar zijn ook richtlijnen voor, kijk daarvoor eens op www.ggzstandaarden.nl.
Bespreek dit alles nog eens met je behandelaar om tot een weloverwogen beleid te komen. Medicamenteuze behandeling (‘farmacotherapie’) is soms puzzelen en zoeken.
Ik hoop dat je hier wat aan hebt.
Vriendelijke groet,
Ralph Kupka
Beantwoord door: Ralph Kupka op 6 december 2024