Veel gezochte termen

De PsychoseNet Kennisbank

Beantwoord door

Auteur

expert avatar

Dr. Peter C. Groot is onderzoeker en ervaringsdeskundige bij User Research Center NL, UMC Utrecht. Hij is deskundige medicatie afbouw en taperingstrips. Taperingstrips (ook wel: afbouwmedicatie) maken veilige afbouw praktisch mogelijk van medicijnen die bij te snel stoppen problemen kunnen veroorzaken.

Afbouwen met druppels of met taperingstrips?

Vraag

Beste heer Groot,

Ik wil op termijn escitalopram afbouwen met druppels. Ik ben huiverig omdat ik bij afbouw van 15 naar 11 mg met 1 mg per week vrij heftige klachten kreeg gedurende enkele dagen. Ik schrok hier enorm van en na het lezen van het boek van Remke van Staveren denk ik dat het vooral rebound was maar ook onttrekking. De klachten verdwenen snel na iets ophogen. Ik zit nu op 12 mg. Ik denk dus dat het afbouwen bij mij langzaam moet en dat ik extra moet opletten bij het laatste stukje.

Nu heb ik van Pauline Dinkelberg, de voorzitter van de Vereniging Afbouwmedicatie, begrepen dat afbouwen met druppels bij het laatste stukje niet aan te raden is omdat de producenten de hoeveelheid werkzame stof per druppel niet kunnen garanderen. Ze was er heel duidelijk over, terwijl Remke van Staveren het afbouwen via druppels wel propageert. En ik denk dan, laat alle voorschrijvers (vooral huisartsen die starten met monotherapie SSRI) er vooral eentje voorschrijven die verkrijgbaar is in druppelvorm zolang taperingstrips nog niet worden vergoed. Hier was Pauline Dinkelberg het dus niet met mij eens.

Kunt u hier iets verstandigs over zeggen? In het algemeen en voor mij specifiek?

Hartelijk dank!

Antwoord

Beste R.,

Fabrikanten die medicatie in druppelvorm leveren hebben deze medicatie nooit getest voor gebruik bij afbouwen. Uit de praktijk weten we dat er patiënten zijn die met druppelmedicatie kunnen afbouwen, maar we weten ook dat er patiënten zijn die dat niet lukt. En dat sommigen hierdoor grote problemen kunnen krijgen. Verder hebben we de afgelopen tijd gezien dat farmaceutische bedrijven opeens stopten met het leveren van druppelmedicatie of dat druppelmedicatie voor bepaalde medicijnen plotseling niet leverbaar was. Voor patiënten die met druppelmedicatie aan het afbouwen zijn kan dat dan grote problemen opleveren.

Remke van Staveren en Pauline Dinkelberg hebben daarom wat mij betreft allebei gelijk. Remke heeft gelijk als ze pleit voor afbouwen met druppelmedicatie wanneer dat voor patiënten de enige manier is om geleidelijk te kunnen afbouwen (als ze afbouwmedicatie niet kunnen betalen). Pauline heeft gelijk als ze pleit voor de beste manier van afbouwen die er op dit moment is en die wel uitgebreid is onderzocht en bewezen effectief is: afbouwmedicatie in de vorm van taperingstrips en stabilisatiestrips.

Als je wilt weten wat volgens Remke de meest verantwoorde manier is om te gaan afbouwen als patiënten vrijelijk kunnen kiezen (d.w.z. als afbouwmedicatie vergoed wordt), dan kun je haar dat zelf vragen.*

Ik hoop dat dit antwoord je helpt om tot een goede beslissing te komen, en wens je daarbij veel succes. Hoe je geleidelijk en verantwoord en in goed overleg met je behandelaar kunt afbouwen, kun je nalezen in de algemene uitleg over afbouwen onder dit antwoord.

Met vriendelijke groet,

Peter

*Reactie Remke: “Eens met je antwoord Peter, en ook eens met Pauline. Niet elke druppel bevat dezelfde dosering werkzame stof wat bij daarvoor (extreem) gevoelige mensen tot problemen kan leiden. In dat geval zijn taperingstrips echt noodzakelijk. In de praktijk lukt het veel mensen wel om met druppels af te bouwen, waardoor ze niet op kosten worden gejaagd wat ook belangrijk is. De vragenstelster is kennelijk wel gevoelig voor ontwenningsklachten. Ze zou het eerst in een langzamer tempo met druppels kunnen proberen, lukt dat niet dan helaas de strips”.


ALGEMENE UITLEG OVER VERANTWOORD AFBOUWEN IN DE PRAKTIJK
Als je medicatie gebruikt raakt je lichaam daaraan gewend. Over wat er dan in je lichaam allemaal kan gebeuren is best veel bekend maar nog lang niet genoeg om te kunnen voorspellen of en wanneer en hoe snel iemand onttrekkingsklachten zal krijgen, hoelang die dan zullen duren en hoe erg die dan zullen zijn.

Omdat je niet van tevoren precies kunt weten of de snelheid waarmee je gaat afbouwen voor jou goed is, moet je tijdens het afbouwen proberen om iedere dag bij te houden hoe goed dat voor jou gaat. Zolang het goed gaat kun je verder gaan met afbouwen volgens het schema dat was gekozen. Als je merkt dat je tijdens het afbouwen (onttrekkings)klachten begint te krijgen, dan is dat een teken dat het afbouwen voor jou te snel begint te gaan.

Wat je dan NIET moet doen is zomaar verder gaan met het verlagen van de dosis, omdat onttrekkingsklachten dan nog erger zullen worden. En dat wil je niet. Wat je WEL moet doen is contact opnemen met je behandelaar en bespreken of je bijvoorbeeld een tijdje op dezelfde dosis gaat blijven. We noemen dat stabiliseren. Stabiliseren doe je om je lichaam de tijd te geven om te wennen aan de dosis waarop je zat toen je klachten begon te krijgen. Onttrekkingsverschijnselen zullen hierdoor verminderen en hopelijk weer helemaal verdwijnen. Dat kan heel snel gaan. Als dat gebeurd is, dan kun je daarna als je je weer goed en sterk genoeg voelt verder gaan met afbouwen. Alleen moet je dat dan langzamer doen dan je eerder deed.

Als je op deze manier met je behandelaar goed kunt samenwerken dan heb je de minste kans op problemen en de grootste kans dat het afbouwen zal lukken. Als je daarvoor meer tijd nodig hebt, dan moet je die tijd ook nemen.

De beste manier om geleidelijk en verantwoord af te bouwen zoals hierboven bedoeld is, is om de dosis in een aantal kleine stapjes te verlagen waarbij ervoor gezorgd wordt dat die stapjes naar het einde toe steeds kleiner worden. In technische termen noemen we dat hyperbolisch afbouwen. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop een kind van een glijbaan afgaat. In het begin gaat dat sneller maar door de curve van de glijbaan gaat dat naar het einde toe steeds langzamer. Dat zorgt ervoor dat het kind, ook al gaat dat in het begin heel snel, aan het eind toch zonder schok en heel gelukkig tot stilstand kan komen. Bij afbouwen probeer je hetzelfde te bereiken. Waarbij je jezelf kunt helpen door tijdens het afbouwen goed op te letten hoe dat voor jou gaat zodat het afbouwschema op tijd kan worden aangepast als je merkt dat het voor jou te snel begint te gaan (dat wil zeggen als je door het afbouwen klachten krijgt).

Bij afbouwmedicatie zit altijd een zelfmonitoringformulier dat je één keer per dag moet invullen. Dat is niet moeilijk en het kost je niet veel tijd. Als je dat iedere dag doet dan kun je veel beter zien hoe het afbouwen voor jou gaat, en als je het ingevulde formulier aan je behandelaar laat zien dan kan hij of zij dat ook zien. Dat helpt jullie om samen goede beslissingen over jouw afbouw te nemen.

Deze vraag is gesteld door een vrouw in de leeftijdscategorie 35-50
Beantwoord door: Peter Groot op 8 oktober 2022

Gerelateerd

Meer over

Afbouwen
antidepressiva
Medicatie
taperingstrips

Lees ook