Veel gezochte termen

De PsychoseNet Kennisbank

Beantwoord door

Auteur

expert avatar

Jim van Os is een herstelgerichte psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht. Hij werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Jim is ook familielid van mensen met psychosegevoeligheid.

Wat is uw ervaring met het antipsychoticum ‘brexpiprazol’?

Vraag

Mijn zoon slikt na 6 jaar Abilify nu olanzapine en is wat zombie-achtig. Graag willen we met zijn psychiater in overleg over andere medicamenten of minder olanzapine.

Op internet lees ik positieve verhalen over bijvoorbeeld brexpiprazol.

Hoe groot is de kans dat dit aanslaat bij iemand die resistent is voor Abilify? En wat is uw ervaring met betrekking tot reactie op psychose?

Bij voorbaat dank voor uw reactie, heel fijn om hier te mogen komen met onze vragen.

Antwoord

Beste E.,

Het probleem is dat er geen algoritme is dat gaat voorspellen hoe middel X bij persoon Y gaat aanslaan. De een reageert erop als een wondermiddel, de ander wordt er doodziek van. Alle medicamenten die worden gebruikt in de psychiatrie zijn in feite experimenteel: we weten niet hoe ze werken en we weten niet goed wat ze gaan doen bij de persoon (positief EN negatief).

Waar het daarom om draait in de psychofarmacologie is:

  1. De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt, en is zich bewust van, het experimentele karakter van het voorschrijven van een antipsychoticum/antidepressivum/stemmingsstabilisator en laat zich niet misleiden door het idee dat alles veilig is vastgelegd in richtlijnen en protocollen die altijd bij iedereen geldig en valide zijn.
  2. Als de voorschrijvende arts/psychiater een medicament zoals een antipsychoticum, antidepressivum of stemmingsstabilisator voorschrijft dan zorgt hij ervoor dat de effecten NAUWKEURIG worden bijgehouden, geëvalueerd en serieus genomen, vooral vanuit het persepctief van de patiënt en zijn netwerk.
  3. De voorschrijvende arts/psychiater is zich er terdege van bewust dat er naast therapeutische effecten ook ongewenste bijwerkingen kunnen optreden die allerlei vormen kunnen aannemen, inclusief de vorm van mentale symptomen zoals depressie, psychose, manie en vele andere dingen.
  4. De voorschrijvende arts/psychiater aarzelt niet om het medicament weer te stoppen als blijkt dat het niet werkt en/of als er teveel ongewenste bijwerkingen zijn.
  5. De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt goed dat veel van de therapeutische effecten die optreden bij het voorschrijven van een medicament, niet zozeer causaal worden veroorzaakt door het medicament zelf, maar door de hoop, het perspectief, positieve verwachtingen en het helende effect van het medische ritueel en de begeleidende relatie met de hulpverlener (‘placebo-effect’). Dit is belangrijk, want als het placebo-effect een grote rol speelt kan de dosis van de medicatie worden geminimaliseerd of zelfs gestopt.
  6. De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt dat langdurig gebruik van een  antipsychoticum, antidepressivum of stemmingsstabilisator veranderingen teweegbrengt in het brein waardoor mensen niet zelden niet zomaar meer kunnen stoppen en prompt ‘rebound‘ krijgen als de medicatie wordt gereduceerd of gestopt. De arts begrijpt dan dat dit geen terugval is van de oorspronkelijke kwetsbaarheid maar het gevolg van breinveranderingen die kunnen worden samengevat onder de noemer ‘oppositional tolerance‘.
  7. De voorschrijvende arts/psychiater is niet alleen expert in het voorschrijven van medicatie, maar in het afbouwen van medicatie (de-prescribing): mensen veilig van medicatie afhelpen zonder ze terug te jagen in een psychose/depressie/manie/angstaanval.

Hope this helps!

Groet,

Jim

Deze vraag is gesteld door een vrouw in de leeftijdscategorie 50-65
Beantwoord door: Jim van Os op 6 april 2022

Gerelateerd

Meer over

antipsychotica
Medicatie

Lees ook