Antwoord
Beste M.,
Als afbouwen geleidelijk genoeg kan gaan dan hoeven onttrekkingsklachten niet altijd op te treden. Het is onjuist om te denken dat dat zo is. Het is wat mij betreft ook onjuist om te denken dat onttrekkingsklachten klachten zijn waar je ‘maar doorheen moet’. Uit de praktijk blijkt juist dat het in de meeste gevallen onverstandig is om door te gaan met het verlagen van de dosis als onttrekkingsklachten optreden. Omdat dit er vrijwel altijd toe leidt dat die klachten dan alleen maar nog erger worden.
De verantwoorde manier om af te bouwen is om de dosis in een groot aantal kleine stapjes te verlagen. Waarbij ervoor gezorgd wordt dat die stapjes naar het einde toe steeds kleiner worden. Op deze manier kun je dan na ieder klein stapje je lichaam de tijd geven om aan de steeds lagere dosis te wennen. Als je hiervoor voldoende tijd neemt, dan zul je nauwelijks of geen onttrekkingsklachten krijgen.
En als je wel merkt dat er tijdens het afbouwen toch klachten komen, dan hebben jij en je behandelaar hopelijk voldoende tijd om dan het afbouwschema aan te passen, voordat die klachten erger worden. Wat dan bijvoorbeeld zou kunnen is om langer op dezelfde dosis te blijven, waarna je dan weer verder kunt gaan met afbouwen, maar dan nog geleidelijker. Omdat je door de klachten die je eerder had dan weet dat de snelheid waarmee je afbouwde voor jou nog te hoog was.
Afbouwen wordt op deze manier een kwestie van goed opletten en als het nodig is op tijd bijsturen. Deze manier van afbouwen is nodig omdat het niet goed mogelijk is om voor jou precies te voorspellen hoe snel jij een bepaald medicijn zonder problemen kunt gaan afbouwen. Daar kom je uiteindelijk alleen maar in de praktijk achter. Desgewenst is het mogelijk om voor jou voor het afbouwen van een medicijn een advies op maat aan te vragen. Dat advies biedt je geen 100% garantie maar levert je wel een afbouwschema op om verantwoord met het afbouwen te beginnen.
Met behulp van de afbouwmedicatie die er nu is (taperingstrips, stabilisatiestrips) is het voor jou en voor je behandelaar(s) praktisch mogelijk om op deze manier, en hopelijk zonder problemen, medicatie af te bouwen. Wat jou hierbij kan helpen is om zelf zo goed mogelijk te begrijpen wat er bij verantwoord afbouwen komt kijken. Zie daarvoor ook de algemene uitleg over verantwoord afbouwen.
Met vriendelijke groet,
Peter
ALGEMENE UITLEG OVER VERANTWOORD AFBOUWEN IN DE PRAKTIJK
Als je medicatie gebruikt raakt je lichaam daaraan gewend. Over wat er dan in je lichaam allemaal kan gebeuren is best veel bekend maar nog lang niet genoeg om te kunnen voorspellen of en wanneer en hoe snel iemand onttrekkingsklachten zal krijgen, hoelang die dan zullen duren en hoe erg die dan zullen zijn.
Omdat je niet van tevoren precies kunt weten of de snelheid waarmee je gaat afbouwen voor jou goed is, moet je tijdens het afbouwen proberen om iedere dag bij te houden hoe goed dat voor jou gaat. Zolang het goed gaat kun je verder gaan met afbouwen volgens het schema dat was gekozen. Als je merkt dat je tijdens het afbouwen (onttrekkings)klachten begint te krijgen, dan is dat een teken dat het afbouwen voor jou te snel begint te gaan.
Wat je dan NIET moet doen is zomaar verder gaan met het verlagen van de dosis, omdat onttrekkingsklachten dan nog erger zullen worden. En dat wil je niet. Wat je WEL moet doen is contact opnemen met je behandelaar en bespreken of je bijvoorbeeld een tijdje op dezelfde dosis gaat blijven. We noemen dat stabiliseren. Stabiliseren doe je om je lichaam de tijd te geven om te wennen aan de dosis waarop je zat toen je klachten begon te krijgen. Onttrekkingsverschijnselen zullen hierdoor verminderen en hopelijk weer helemaal verdwijnen. Dat kan heel snel gaan. Als dat gebeurd is, dan kun je daarna als je je weer goed en sterk genoeg voelt verder gaan met afbouwen. Alleen moet je dat dan langzamer doen dan je eerder deed.
Als je op deze manier met je behandelaar goed kunt samenwerken dan heb je de minste kans op problemen en de grootste kans dat het afbouwen zal lukken. Als je daarvoor meer tijd nodig hebt, dan moet je die tijd ook nemen.
De beste manier om geleidelijk en verantwoord af te bouwen zoals hierboven bedoeld is, is om de dosis in een aantal kleine stapjes te verlagen waarbij ervoor gezorgd wordt dat die stapjes naar het einde toe steeds kleiner worden. In technische termen noemen we dat hyperbolisch afbouwen. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop een kind van een glijbaan afgaat. In het begin gaat dat sneller maar door de curve van de glijbaan gaat dat naar het einde toe steeds langzamer. Dat zorgt ervoor dat het kind, ook al gaat dat in het begin heel snel, aan het eind toch zonder schok en heel gelukkig tot stilstand kan komen. Bij afbouwen probeer je hetzelfde te bereiken. Waarbij je jezelf kunt helpen door tijdens het afbouwen goed op te letten hoe dat voor jou gaat zodat het afbouwschema op tijd kan worden aangepast als je merkt dat het voor jou te snel begint te gaan (dat wil zeggen als je door het afbouwen klachten krijgt).
Bij afbouwmedicatie zit altijd een zelfmonitoringformulier dat je één keer per dag moet invullen. Dat is niet moeilijk en het kost je niet veel tijd. Als je dat iedere dag doet dan kun je veel beter zien hoe het afbouwen voor jou gaat, en als je het ingevulde formulier aan je behandelaar laat zien dan kan hij of zij dat ook zien. Dat helpt jullie om samen goede beslissingen over jouw afbouw te nemen.
PERSOONLIJK ADVIES BIJ HET KIEZEN VAN EEN AFBOUWSCHEMA
Ook kunnen behandelaars bij de apotheker een persoonlijk advies vragen voor een afbouwschema voor een patiënt. Hoe dit moet, wordt uitgelegd op blz. 3 van het recept/bestelformulier voor taperingstrips.
Minister Kuipers van VWS heeft gevraagd om het bij NZa te melden als het niet vergoeden van afbouwmedicatie ervoor zorgt dat niet verantwoord kan worden afgebouwd.
Beantwoord door: Peter Groot op 5 december 2023