Mijn schoonmoeder heeft een manische depressie. Wat kan je als familie doen om haar te helpen?
Prof. dr. Ralph Kupka is emeritus Hoogleraar Psychiatrie (Bipolaire Stoornissen) bij het Amsterdam UMC / locatie VUmc. Hij is Vice-President of Education van de International Society for Bipolar Disorders (ISBD) en daarnaast bestuurslid van de Alliantie Kwaliteit GGZ (Akwa).
Mijn schoonmoeder heeft een manische depressie. Wat kan je als familie doen om haar te helpen?
Als familielid van iemand met een bipolaire stoornis (of een andere psychische aandoening) is het vooral van belang om in de eerste plaats gewoon familielid te zijn en te blijven. Open deur natuurlijk, maar in tijden van nood kan dat gewone contact wel eens naar de achtergrond gaan, terwijl iemand er juist ook dan behoefte aan heeft.
Daarnaast, als iemand zich anders gaat voelen of gedragen door de aandoening (depressief wordt, of manisch), kun je kijken of je er samen achter kunt komen wat er aan de hand is, en eventueel professionele hulp inroepen. Als iemand ergens in behandeling is, is het wel verstandig als iemand uit het gezin of familie als contactpersoon met de behandelaar wordt aangewezen, en dan ook een keer kennis gaat maken. In tijden van problemen maakt dat het makkelijker om samen te werken. Uiteraard gaat alles in goed overleg: patiënt – naastbetrokkene – behandelaar.
Bij bipolaire stoornissen ontstaan er wel eens moeilijkheden bij manische ontregeling, als de persoon in kwestie vindt dat alles juist prima gaat, terwijl de naastbetrokkenen zien dat het dreigt te ontsporen. Dan is het goed als er al voordien kennis is gemaakt met de behandelaar en er afspraken zijn gemaakt.
Vriendelijke groet, Ralph Kupka