Antwoord
Beste T.,
Dat je duizelig bent geworden nadat je vanaf 25 mg in één keer met je sertraline bent gestopt komt doordat die stap voor jou (veel) te groot was. Je lichaam is er nog niet aan gewend dat je opeens geen sertraline meer gebruikt en dat veroorzaakt die klachten, die we onttrekkingsverschijnselen noemen.
Omdat je lichaam aan die 25 mg al voldoende gewend was – want toen had je nog geen last van die duizeligheid – is de snelste manier om van je duizeligheid af te komen weer teruggaan naar die dosis van 25 mg. Vooral als je nog maar net met je sertraline bent gestopt. Als je meer dan een week geleden al was gestopt dan kan teruggaan naar 12.5 mg je misschien ook al goed helpen, omdat je lichaam dan al wat meer gewend zal zijn geraakt aan de afwezigheid van sertraline. Dat is een kwestie van voorzichtig uitproberen, in overleg met je behandelaar.
Zie het niet als een mislukking wanneer je weer teruggaat naar die 25 mg, maar als een manier om zo snel mogelijk van die duizeligheid af te komen. Neem daar gerust een paar dagen voor of een week of langer. Lang genoeg in ieder geval om je weer helemaal stabiel en goed te gaan voelen. Zo goed dat je je weer in staat voelt om opnieuw je sertraline te gaan afbouwen, maar nu op een veel betere manier.
Door de dosis van je sertraline in een heleboel kleine stapjes geleidelijk te gaan verlagen, kun je je lichaam na ieder stapje de tijd geven om aan de steeds wat lagere dosis te wennen. Waardoor je onttrekkingsklachten zoals de duizeligheid waar je nu last van hebt kunt voorkomen.
Ik hoop dat dit antwoord je zal helpen om snel van je duizeligheid af te komen en om daarna alsnog je sertraline zonder problemen te kunnen afbouwen. Waarbij ik je adviseer om daarvoor de tijd te nemen die jij daarvoor nodig hebt en om niet te snel te willen gaan. Neem liever wat meer tijd dan te proberen om heel snel, en daardoor misschien te snel, te willen gaan. Zie ook de uitleg hieronder.
Met vriendelijke groet,
Peter
ALGEMENE UITLEG OVER VERANTWOORD AFBOUWEN IN DE PRAKTIJK
Als je medicatie gebruikt raakt je lichaam daaraan gewend. Over wat er dan in je lichaam allemaal kan gebeuren is best veel bekend maar nog lang niet genoeg om te kunnen voorspellen of en wanneer en hoe snel iemand onttrekkingsklachten zal krijgen, hoelang die dan zullen duren en hoe erg die dan zullen zijn.
Omdat je niet van tevoren precies kunt weten of de snelheid waarmee je gaat afbouwen voor jou goed is, moet je tijdens het afbouwen proberen om iedere dag bij te houden hoe goed dat voor jou gaat. Zolang het goed gaat kun je verder gaan met afbouwen volgens het schema dat was gekozen. Als je merkt dat je tijdens het afbouwen (onttrekkings)klachten begint te krijgen, dan is dat een teken dat het afbouwen voor jou te snel begint te gaan.
Wat je dan NIET moet doen is zomaar verder gaan met het verlagen van de dosis, omdat onttrekkingsklachten dan nog erger zullen worden. En dat wil je niet. Wat je WEL moet doen is contact opnemen met je behandelaar en bespreken of je bijvoorbeeld een tijdje op dezelfde dosis gaat blijven. We noemen dat stabiliseren. Stabiliseren doe je om je lichaam de tijd te geven om te wennen aan de dosis waarop je zat toen je klachten begon te krijgen. Onttrekkingsverschijnselen zullen hierdoor verminderen en hopelijk weer helemaal verdwijnen. Dat kan heel snel gaan. Als dat gebeurd is, dan kun je daarna als je je weer goed en sterk genoeg voelt verder gaan met afbouwen. Alleen moet je dat dan langzamer doen dan je eerder deed.
Als je op deze manier met je behandelaar goed kunt samenwerken dan heb je de minste kans op problemen en de grootste kans dat het afbouwen zal lukken. Als je daarvoor meer tijd nodig hebt, dan moet je die tijd ook nemen.
De beste manier om geleidelijk en verantwoord af te bouwen zoals hierboven bedoeld is, is om de dosis in een aantal kleine stapjes te verlagen waarbij ervoor gezorgd wordt dat die stapjes naar het einde toe steeds kleiner worden. In technische termen noemen we dat hyperbolisch afbouwen. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop een kind van een glijbaan afgaat. In het begin gaat dat sneller maar door de curve van de glijbaan gaat dat naar het einde toe steeds langzamer. Dat zorgt ervoor dat het kind, ook al gaat dat in het begin heel snel, aan het eind toch zonder schok en heel gelukkig tot stilstand kan komen. Bij afbouwen probeer je hetzelfde te bereiken. Waarbij je jezelf kunt helpen door tijdens het afbouwen goed op te letten hoe dat voor jou gaat zodat het afbouwschema op tijd kan worden aangepast als je merkt dat het voor jou te snel begint te gaan (dat wil zeggen als je door het afbouwen klachten krijgt).
Bij afbouwmedicatie zit altijd een zelfmonitoringformulier dat je één keer per dag moet invullen. Dat is niet moeilijk en het kost je niet veel tijd. Als je dat iedere dag doet dan kun je veel beter zien hoe het afbouwen voor jou gaat, en als je het ingevulde formulier aan je behandelaar laat zien dan kan hij of zij dat ook zien. Dat helpt jullie om samen goede beslissingen over jouw afbouw te nemen.
PERSOONLIJK ADVIES BIJ HET KIEZEN VAN EEN AFBOUWSCHEMA
Ook kunnen behandelaars bij de apotheker een persoonlijk advies vragen voor een afbouwschema voor een patiënt. Hoe dit moet, wordt uitgelegd op blz. 3 van het recept/bestelformulier voor taperingstrips.
Deze vraag is gesteld door een vrouw in de leeftijdscategorie 20-35
Beantwoord door: Peter Groot op 4 mei 2023