Antwoord
Dank voor je vraag. Ik moet direct denken aan een gedicht van Toon Tellegen:
“Ik ben verdrietig, verzin redenen daarvoor, kom tot een.
Ik word steeds verdrietiger.
Ik neem een boek, maar de woorden dansen, hebben geen tijd voor mij. Iedereen is weleens verdrietig, denk ik.
Ik zucht en schud mijn hoofd om zo’n verschrikkelijke gedachte.”
(Toon Tellegen, “Mijn Winter”).
Je vraagt hoe je dat nou aan moet pakken, dat verdriet dat je hebt om je leven. Om alles wat je ooit wilde, wenste, hoopte, maar dat niet is gebeurd. Geen partner, geen kinderen. De goede dingen in je leven, zoals je vrijwilligerswerk en je familie, kunnen daar niets aan veranderen. Met de jaren groeit ook het besef van de onherroepelijkheid van de dingen. Je hebt niet langer verdriet in je leven, maar om je leven zelf.
Om eerlijk te zijn kun je dit grote verdriet helemaal niet aanpakken. Het verdriet grijpt jou aan, en niet andersom. Verdriet vraagt aandacht, en aandacht vraagt tijd. Neem die tijd. Maak het verdriet onderdeel van je leven. Het gaat niet weg. Durf een verdrietig mens te zijn. Je wordt er meer mens van, niet minder.
“Iedereen heeft wel eens verdriet”. Bijna iedereen met een psychische aandoening krijgt te maken met rouw en verlies. Je hoeft je verdrietige weg echter niet in je eentje te gaan. Misschien zijn er gespreksgroepen waar je aan deel kunt nemen, misschien kun je er zelf een beginnen. En je kunt inderdaad met een psycholoog praten, maar gezien je christelijke achtergrond en de existentiële aard van je verdriet, kun je bij Lentis misschien ook vragen om een gesprek met een Geestelijk Verzorger. Deze beroepsgroep heeft veel aandacht voor de “trage vragen” in het leven zonder dat er snel en concreet resultaat moet worden geboekt.
Nogmaals dank voor je vraag, en ik hoop dat mijn antwoord je enige verlichting en troost brengt.
Arjan Lelivelt
Deze vraag is gesteld door een vrouw in de leeftijdscategorie 44
Beantwoord door: Psychosenet Expert op 18 maart 2019