Antwoord
Beste J.,
Antipsychotica beïnvloeden verschillende neurotransmitters in het lichaam. De meeste hebben affiniteit met de postsynaptische dopaminereceptoren in het brein, maar ook neurotransmitters als serotonine en histamine worden beïnvloed. Elk antipsychoticum heeft een ander profiel qua receptor affiniteit. Bijwerkingen zijn daardoor per antipsychoticum verschillend.
Daarnaast is het zo dat psychotische symptomen vooral zijn geassocieerd met bepaalde hersengebieden, met name overactivteit van dopamine in het mesolimbisch systeem. Antipsychotica doen hun werk helaas niet specifiek in dat hersengebied, maar bezetten receptoren overal waar ze ze tegenkomen, dus ook in hersengebieden die de motoriek betreffen, en ook buiten de hersenen zoals het maag-darmstelsel.
Dopamine en andere neurotransmitters hebben belangrijke functies voor het lichaam, dus als die stoffen geblokkeerd worden krijgen we daar last van. Bijvoorbeeld ervaren van plezier, seksualiteit, maar ook initiatief en motivatie, allemaal verbonden met dopamine activiteit.
Hoeveel receptoren bezet zijn door medicatie is individueel bepaald, hangt af van hoe het lichaam medicatie verwerkt, beïnvloed door leverenzymen, genen, lichaamsgewicht, geslacht, etc. Het lijkt erop dat voor antipsychotische werking ongeveer 60% van receptoren bezet moet zijn, en dat bijwerkingen vooral optreden boven 80% bezetting. Welke dosis dat is voor een individu, is dus niet vooraf precies te berekenen.
Groet,
Wim
Deze vraag is gesteld door een man in de leeftijdscategorie 20-35
Beantwoord door: Wim Veling op 23 oktober 2023