Vijfentwintig jaar geleden ging ik aan de slag als leerling-psychiatrisch verpleegkundige bij een grote instelling in het midden van het land. Ik had gekozen voor dit beroep, nadat ik zelf een diepe depressieve crisis had gehad.
Met behulp van de behandeling en hulpverlening kwam ik daar weer uit. Ik vond het zulk mooi werk, dat ik besloot geen docent te worden (ik had de docentenopleiding afgerond) maar de psychiatrie in te gaan. Ik wilde mijn eigen ervaring wel gebruiken in het werk.
Maar ik vertelde niemand over mijn eigen ervaring. Ben je gek?
Dat kan alleen maar tegen je gebruikt worden, zowel door je werkgever als in het contact met cliënten. Als cliënten eenmaal je zwakke plek wisten te vinden, dan kon je net zo goed een andere baan gaan zoeken want dan werd je toch nooit meer serieus genomen. Het woord ‘ervaringsdeskundigheid’ stond toen nog niet in de Dikke van Dale, het was in elk geval nog niet tot de psychiatrie doorgedrongen.
Vijftien jaar lang werkte ik als psychiatrisch verpleegkundige en hield mijn eigen ervaring zo veel mogelijk verborgen
Ik kon er dus ook weinig mee. Bovendien bleef het een beetje een open wond, een kwetsbare plek. Ik had nog steeds depressieve perioden. Niet zo ernstig als tijdens mijn grote crisis, maar het Zwarte Niks lag nog steeds op de loer. En die kwetsbaarheid laten zien, kon ik niet. Ik durfde het niet. Hulp vragen ook niet.
Ik was toch bang om voor schlemiel versleten te worden en dat het allerlei negatieve consequenties zou kunnen hebben met betrekking tot carrièrekansen, vrienden, partner, et cetera. Bovendien vond ik dat ik mijzelf moest kunnen helpen. Ik was tenslotte zelf een professional!
Zo’n twintig jaar na mijn eerste crisis kwam de tweede. Ik werd niet alleen depressief maar belandde zelfs in een psychose. Ik leefde mijn grootste angst. De angst was niet te dragen en ik wilde dood. Met een mes beschadigde ik mezelf in mijn polsen en mijn hals. Gelukkig liep het goed af, zeg ik nu, achteraf.
Door de littekens is mijn ‘gekte’ echter zichtbaar geworden
Ik zag ze als ‘stigmata’, in de betekenis van schandvlekken. Ik schaamde me dood. Ik probeerde ze uit alle macht verborgen te houden. Ik kon mij niet voorstellen dat ik met deze zo zichtbare littekens verder zou kunnen leven. Wie wil er nu een werknemer, partner, vriend die psychisch zo uit de bocht is gevlogen?
Ik zag mezelf werkloos en eenzaam met een uitkering in een huurflatje in een achterstandswijk zitten voor de rest van mijn leven. Ik had geen hoop en zag geen enkel perspectief. Ik was zwak. Ik had gefaald. Mijn leven was over. Ik kon het daglicht en de blik van anderen niet meer verdragen. Ik wilde wegkruipen onder een steen om nooit meer tevoorschijn komen.
Mede – en misschien wel vooral – door het zelfstigma, ‘verdween’ ik ruim een jaar lang in een depressie
Toen ik weer een beetje begon op te krabbelen en ik weer kon reflecteren op mijzelf en de gebeurtenissen, ontdekte ik uiteindelijk dat de littekens mij iets te vertellen hadden. Perfect willen zijn, mij altijd beter voordoen dan ik me voelde, mijn kwetsbaarheden en donkere kanten niet durven laten zien, was een overlevingsmechanisme uit m’n jeugd.
Toen functioneel, want daardoor kon ik onder meer mijn angsten bezweren. Maar op latere leeftijd juist niet ondersteunend en zelfs ondermijnend. Mijzelf kunnen zijn, mijzelf kunnen laten zien met alle mooie maar ook minder mooie kanten en eigenschappen en er toch mogen zijn, zonder negatief oordeel, dat was de uitdaging die ik had aan te gaan. Na de eerste crisis kon ik mijn ‘imperfectie’ nog verborgen houden en min of meer doorgaan zoals ik het gewend was. Door de littekens was verbergen – en daarmee vermijden – geen optie meer.
‘Als je er zelf niet moeilijk over doet, doen anderen dat ook niet’, zei iemand tegen mij in mijn proces naar herstel. En zo ervaar ik het nu ook, al moest ik mijzelf wel confronteren en mijn angsten overwinnen om er zelf niet meer moeilijk over te doen, om mezelf te accepteren.
Mijn ervaringen heb ik verwerkt en het heeft mij gelouterd
Oude, ondermijnende patronen en overtuigingen heb ik los kunnen laten en mijn leven is veel rijker en voller dan voorheen. Vier jaar na mijn psychose kon ik ook weer als verpleegkundige aan de slag op een afdeling voor mensen met een (eerste) psychose. Uiteraard zet ik nu mijn ervaringen ook in als ik denk dat dat ondersteunend kan zijn, als het hoop kan bieden of perspectief. Ik ben open en eerlijk over mijn littekens als men ernaar vraagt. Ik heb nog nooit afwijzende of vervelende reacties gehad. In tegendeel zelfs!!
Als je er zelf niet moeilijk over doet…
Arjen Tolkamp is ambulant psychiatrisch verpleegkundige bij Dimence.
Meer blogs over stigma:
Waarom stigma steeds doorbroken moet worden
Een nieuw begin vol hoop en zonder stigma: roze wolk of perspectief?
Overlijdensrisicoverzekering: dure grap als je een psychiatrisch verleden hebt
En daar komt direct het volgende label voor meneer
Geef een reactie