Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Over de medische metafoor in de psychiatrie

Blog Over de medische metafoor in de psychiatrie

Waarom is onderwijs geen medische discipline? Leerbaarheid van een nieuwe taal of van wiskundige berekeningen en formules, hebben allemaal te maken met de hersenen. Intelligentie is als ‘kenmerk’ verdeeld over de bevolking; sommigen zijn slimmer dan anderen. Met ruimtelijk inzicht of creativiteit is het niet anders.

Mensen verschillen van elkaar op heel wat gebieden en de hersenen spelen hierbij vaak een cruciale rol. Intelligentie, creativiteit en ruimtelijk inzicht kunnen door een gestoorde stofwisseling of tumoren veranderen en ‘medicatie’ of drugs beïnvloeden deze vaardigheden.

En toch is onderwijs geen medische discipline geworden

Waarom dan, zijn variatie in angstig reageren, piekeren, aan bepaalde zaken teveel aandacht geven (saliëntie), psychosegevoeligheid of andere kenmerken die onder psychopathologie vallen, wel in het domein van dokters gekomen?

Als verantwoording wordt soms aangedragen dat ‘plaatjes’ van de hersenen van (bijvoorbeeld) psychotische en niet psychotische mensen, verschillen. Of dat de hersenen meetbaar anders functioneren wanneer iemand meer of minder angstig of depressief is. En dat verder middelen zoals antidepressiva of antipsychotica een effect hebben. Maar dat maakt het domein van psychisch functioneren (en disfunctioneren) niet medisch. Het bevestigt enkel dat psychisch functioneren met de hersenen te maken heeft. Iets wat niemand betwijfelt.

Maar dat geldt ook voor intelligentie en sporten

Maar psychopathologie heeft binnen de geneeskunde een atypische plaats. De ‘organische’ basis van psychopathologie is synoniem geworden voor onveranderbaarheid. Autisme, schizofrenie, maar ook dyslexie en ADHD zijn door de wetenschap verbonden met verschillen in de hersenen en dit maakt hen in de beleving van velen ‘onveranderbaar’. Dit is niet kenmerkend voor de geneeskunde maar voor de psychiatrie. In het psychologisch domein zorgt dit voor ‘self-fulfilling prophesies’ en staat het herstel in de weg.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Het was een bewuste keuze van de founding fathers van de moderne psychiatrie. Ze kozen ervoor om menselijke variatie op het emotionele vlak –ik weet het: ik beperk het psychische functioneren ten onrechte– in het medische domein onder te brengen. Omdat het alternatief, het onderbrengen in het ‘pedagogische domein’, veel meer nadelen had. In een pedagogisch referentiekader zijn disfunctionele (irrationele) angst, depressie, of psychose ‘juist’ of ‘fout’. Leren moet ertoe leiden dat het juiste antwoord gegeven wordt. Moeilijk corrigeerbare irrationele gedachten moeten afgeleerd of bestraft worden. In het medische domein wordt de variatie tussen mensen niet als ‘juist of fout’, maar als ‘anders’ beschouwd. Wat buiten de norm valt, wordt niet bestraft maar met ‘mededogen’, empathie of ‘onvoorwaardelijke acceptatie’ benaderd. De houding van de arts is om op zoek te gaan, te ‘begrijpen’ waarom iemand het moeilijk heeft of iets niet kan en dit zo mogelijk te verhelpen.

Dat dit ‘begrijpen’ vaak gebaseerd was op een tautologie (ik reageer depressief omdat ik een depressie heb) en dus geen verklaring biedt, doet niets ter zake. Het effect is acceptatie. Ouders van een ADHD kind leren ‘mededogen’ in plaats van te ‘straffen’. Variatie in emotionele reacties zijn een medisch probleem geworden en menselijk emotioneel functioneren wordt als onveranderbaar beschouwd (een handicap) als gevolg van een bewuste strategie.

De bedoeling was humanitair, maar de gevolgen zijn ernstig

De handicap benadering zorgt namelijk voor ‘therapeutische lethargie’ (mensen zijn ‘uitbehandeld’ en dus doen we niets meer) en ‘iatrogene afhankelijkheid’ (we houden mensen ziek door de wijze waarop we hulp verlenen).

Het wordt tijd om te onderkennen dat de medische wereld als een metafoor bij emotionele variatie betrokken is geraakt. En zoals bij elke metafoor is deze slechts bruikbaar zolang ze ‘werkt’, namelijk dat we aanvaarden dat het niet de werkelijkheid is maar (slechts) iets duidelijk maakt. De psychiatrie is echter ‘verloren gelopen’ in de medische metafoor. Ze is vergeten dat een metafoor slechts woorden zijn en ze reconstrueert de werkelijkheid op basis van deze woorden. Kortom, ze gaat het zelf geloven.

De moderne psychiatrie moet positie nemen

Psychiatrie is een multidisciplinair domein waarin plaats is voor professionele en non-professionele deskundigheid. Ook de buurvrouw, de cliënt zelf, lotgenoten of familie kunnen waardevol meepraten en effectief helpen. Maar dat betekent niet dat alle psychische problemen steeds zonder professionele bijdrage opgelost kunnen worden. Je kunt ook zelf je fysieke conditie verbeteren, soms kom je een heel eind met internet of raad van vrienden, maar soms heb je professionele hulp nodig. Wanneer je een boek leest of naar National Geographic kijkt, leer je ook. Maar soms moet je een cursus volgen van een professional om inzicht of diepgang te krijgen.

Het professionele psychiatrieveld is bang dat wanneer de medische metafoor verlaten wordt, de deskundigheid van professionals waarde verliest

Maar het gevaar bestaat dat cliënten worden gezien als mensen die eerder ‘niet willen’ dan dat ze ‘niet zouden kunnen’. Impliciet staat deze discussie tussen pedagogie en geneeskunde staat centraal in het maatschappelijk debat rond de psychiatrie. In mijn visie is de psychiatrie gebaat om dit debat met een open vizier aan te gaan. En dus ja, in de woorden van de minister, buurvrouwen, cliënten, families en ook ministers vervullen een belangrijke rol in de psychische gezondheid van de burgers. Ze zijn echter geen (structureel) substituut voor de professionals. Ons professionele domein is wetenschappelijk gevalideerd en onze kennis en bijdrage aan de zorg is een reële deskundigheid.

Professionals in de GGZ maken dagelijks een verschil

Een moderne GGZ is pas mogelijk wanneer we ons durven profileren zonder telkens op somatische argumenten terug te moeten vallen. Kennis van de hersenen als orgaan is relevant maar biedt slechts een deel van de multidisciplinaire professionele kennis die bijdraagt aan psychisch welbevinden. Dit deel is ruim onvoldoende, te schraal, om hieraan exclusief onze professionele geloofwaardigheid te ontlenen of om hier zelfs prioriteit aan te geven. De multicausaliteit van psychisch lijden wordt buiten de professionele psychiatrie soms beter begrepen dan binnen de psychiatrie. En dus wordt het exclusief professionele beeld dat de psychiatrie wenst uit te stralen te doorzichtig voor de buitenwereld. Het maakt ons ongeloofwaardig. Een moderne psychiatrie vraagt dat het veld ontsloten wordt en bijdragen toe laat uit niet-professionele en professionele bronnen. Herstel gerichte zorg is immers integraal en multi-dimensioneel. Herstel gerichte zorg vraagt een maatschappelijk geïntegreerde strategie met een hybride (fuzzy) zorgstructuur waarbij een fasegewijze groei naar weerbaarheid en autonomie mogelijk wordt.


Prof. Dr. Philippe Delespaul – Klinisch Psycholoog/Programmaleider Integrale Zorg en Psychotische Stoornissen

Reacties

11 reacties op “Over de medische metafoor in de psychiatrie”

  1. peter

    Ook nu weer deze tekst met bijzondere aandacht herlezen… Zeer boeiend. Dank Philippe.

  2. peter

    Beste Philippe, ik blijf naar deze blog terugkeren…
    Mooi geschreven en een heel duidelijke lijn in wat je uiteenzet.

  3. Annemiek Botman

    Er valt zowel in onderwijs als geneeskunde veel eer te behalen als we ons bewuster worden van het effect van woorden. Woorden geven ruimte om uit te drukken tegelijk beperken zij en zetten ideeen en overtuigingen vast en kwetsen. Self fulfilling prophies; we weten niet half wat we laten liggen aan eigen geestkracht. We beseffen niet half hoe we onszelf in de voet schieten omdat we aan willen, ja willen, aannemen dat wat de ander zegt waar is. Willen dat een pil werkt maakt soms dat hij werkt. Overtuigd zijn dat een pil vergif is maakt soms dat het echt niet gaat werken. Een medicijn is een beperkt middel. Psychiatrie moet gaan over zelfontwikkeling, kritisch kijken, verbinding maken, heldere uitwisseling, herstel en heling van geestelijk van butsen en deuken opgedaan aan het leven.
    Psychiatrie en geneeskunde moeten gaan over denken in mogelijkheden. Ach, dit is ook weer zo makkelijk gezegd……

  4. Clara Koek-Michels

    Het goede van deze site vind ik dat er zoveel invalshoeken bij elkaar komen, en daarmee vastgeroeste ideeën en gewoontes binnen èn buiten de GGZ worden uitgedaagd. De blogs maken duidelijk dat mensen inderdaad voor en nadelen ervaren van het onderbrengen van psychisch lijden bij de geneeskunde. Ze beschrijven hoe een diagnose en behandeling erkenning en verlichting van het lijden kunnen opleveren. Hoewel dat ook weer niet exclusief ondergebracht hoeft te worden bij dokters. Bij de positieve verhalen is vaak sprake van een als gelijkwaardig ervaren dialoog met een hulpverlener.
    Open-minded,respectvol, niet-oordelend zijn de woorden die dan vallen. Gelukkig maar…..
    Het stuk waar het goed mis kan gaan wordt ook helder en raak beschreven in blogs en interviews op de site. Dan gaat het over waar de diagnose een vonnis wordt en de behandeling er nog een schepje bovenop doet. Om te rillen soms maar indringend aanwezig.
    En dan zijn er de verhalen van mensen die vooral gaan over hun persoonlijke herstel, die soms van heel ver moeten komen. En dan valt te lezen hoe ook heel andere invloeden als de GGZ een cruciale rol in dat herstel kunnen spelen. Zoals vrienden, een steunende familie of buurt, de natuur, muziek, werk of een andere vorm van zingeving, dieren, religie, sport, een hobby, dat ene boek of dat ene gesprek. Die verhalen maken gelijk korte metten met een aantal vastgeroeste ideeën binnen en buiten de GGZ en daarom zo belangrijk dat ze verteld worden.
    Ze maken de GGZ niet overbodig maar relativeren wel. Ze leggen verbinding met de wereld om ons heen. Ze geven hoop en inspiratie en ik ben nog lang niet uitgeluisterd en roep soms ook nog wat…

  5. Menno Oosterhoff

    Onderwijs is, ook al zijn de hersenen daarbij ook betrokken geen medische discipline geworden. Dat klopt. Maar sport is, ook al is het lichaam daarbij ook betrokken ook geen medische discipline geworden. Ik zou denken, dat vooral de vraag of er sprake is van lijden bepaalt of iets tot het domien van de geneeskunde hoort. Daarmee is zeker niet eenvoudig te bepalen welk psychisch lijden je tot het terrein van de geneeskunde moet rekenen, omdat het niet categoraal af te grenzen is. En intolerantie tegenover variatie moet evenmin een reden zijn om iest als ziekte te bestempelen. Ook ben ik het helemaal eens met de opmerking dat er nadelen zijn aan iets als een ziekte te bestempelen ( een te deterministiche voorstelling o.a., de diagnose als vonnis in plaats van als erkenning) . Toch mis ik in het betoog wel de voordelen die het heeft om gedrag, wat gepaard gaat met lijden en problemen in functioneren met zich meebrengt onder te brengen bij de geneeskunde. Misschien moet ik het betoog opvatten als een reactie op scheefgroei ( debilitating braindisease), maar beschouw mijn reactie dan maar weer als een bijsturen daarvan. Jeder consequenz fuhrt zum Teufel. De waarheid ligt in het midden.

  6. Esther Matthaei

    Een crisis, waarop een positionering en een experimenteel ontwerp volgt is hoop en geeft vertrouwen
    Ik, voor mijn deel, ben blij met deze mede deling over een visie/idee die mij hoop geeft en ook vertrouwen.
    Er is een proces op gang gekomen. Van het categoriseren/diagnosticeren en (therapeutiseren), van het klinisch kijken naar het idee van procesmatig leren en (zelf)ontwikkelen op alle niveaus, om relatief open waar te kunnen nemen en soms te zien. Daardoor wordt misschien ook verantwoordelijk, vooruitziend en behoedzaam willen denken en werken mogelijk. Daardoor ook de mogelijkheid werkelijk, om waarachtig te kunnen helpen. Eén van de invalshoeken, een vertrekpunt. Dat juich ik toe.
    Er is hoop. En deze hoop schuilt er/nestelt zich, wanneer mensen uit vak/beroepsgebieden zoals psychiatrie, psychologie met andere, (zoals hier) mensen uit het vak/beroepsgebied pedagogiek, samen willen gaan denken en werken op alle niveaus. Want in de pedagogiek wordt gepoogd de mens vooral in ontwikkeling op alle niveaus waar te nemen en te zien. En in dit proces is het ook daar een experimenteel ontwerp met al zijn consequenties. Er valt hoop te halen uit het woord: Inkompetenzkompensationskompetenz (notie O. Marquard).
    Mooie gedachtegang, vind ik. Een herstelbeweging. Een begin. Er is wel een ‘Gestaltswitch’ nodig. In de beweging van ‘Zustand’ naar ‘Vorgang’. Is een act van creativiteit hoognodig.
    Een idee/wil/geest/geweten en innovators in een gemeenschap zijn nodig voor een ‘Gestaltswitch’. Het vraagt o.a. om verandering in waarneming, die minstens reflexief en reciprocal ervaren/empfunden wordt en zo ook opgenomen zou moeten worden. Het (mede) delen op micro-/mezo-/macro-niveau hier is een begin. Misschien beginnen jullie nu vanuit een zich positionerende ethische(Ethos) houding en een veranderend ‘intellectueel geweten’ de mens, die hulp nodig heeft waar te nemen en daardoor misschien te zien en te horen. Want het is een medemens in momentele nood, die daarover probeert te spreken want hij wil als eigenaar van problemen gehoord en gezien worden en wordt nu alleen maar bekeken door de blik van een koud intellect. Er wordt gepraat over, i.p.v. te spreken of in gesprek te gaan. Evidence based practice mag niet uitsluitend de basis zijn voor gewetensvolle wetenschappelijke leer en onderzoek en therapie. Zelfverantwoordelijk handelen is o.a. ook om naar de gevolgen van je daden te kijken en er leer uit te trekken in de vorm van value based in samenspel met evidence based onderzoek. Uitsluitend af te gaan en je beroepen op de ‘Herkunft der Handlung’ (Nietzsche) om zo de waarde te bepalen; dat lijkt me een doodlopende weg, waarbij je uiteindelijk toch weer om moet keren. Dus waarom niet nu al op letten dat een ‘Handlung’ zowel door haar ‘Herkunft’ als ook door de ‘Folge’ op waarde geschat kan worden. Je kunt tenslotte van alles leren dus ook van je fouten.
    Ik las bij Bordieu dat adequate kennis reflexief dient te zijn. Daarin zie ik wel de voor- en ook terugbewegingen, die noodzakelijk zijn, maar nog geen dimensies. In het woord geweten schuilt het woord: weten. Dat is voor mij minstens een leerproces: experimenteel leren uit waarneming met zich verrijkende (zelf)kennis, (zelf)ervaring, ‘Empfinden’ en het voor-en nadenken. De worden intellectueel geweten zijn voor mij: vanuit een zo open mogelijke houding fenomenen reflexief, reciprocal leren waar te nemen, te onderzoeken en deze adequate kennis te verzamelen om te kunnen (mee)delen. Want dan kan getoetst en ‘begrenzt’ en desnoods bijgesteld of verworpen worden. Een steeds weerkerend proces van bewustwording. Pas dan wordt wetenschap weer zin- en vreugdevol. Pas dan is het de moeite waard waarnemingen in termen van evidence based en value based te gaan onderzoeken.
    Dus wanneer ik zo een bijdrage lees of hoor dan zie ik: tot zekere hoogte ‘Authentizität’, een eerste poging daartoe want het is immers een proces. Ik zie hier een beweging een voorzichtige poging zich zelf opnieuw te positioneren en mee te helpen om een nieuwe positionering van een heel vakgebied te wagen. Maar je hebt een paar titels voor je naam geplaatst en nu wil ik niet oneerbiedig klinken maar ik zie je vooral als mens met een visie die er niet alleen voorstaat. Reflexieve kennis is ook en vooral zelfkennis. Dus wat is er mis met je titels voor een tijdje ‘aufheben’ (notie Hegel) opdat andere mensen een paar pogingen zouden willen wagen om je echt te zien en te horen. Dan kan het gebeuren dat je misschien door velen gezien en gehoord wordt en je idee aangenomen wordt. Enige tijd later wanneer dit experimenteel ontwerp op gang is gekomen kun je je titels ook weer ‘aufheben’. Daar valt dan waarachtig nog een keer eer uit te behalen.
    Ik zie dit op gang gekomene proces als een experimenteel ontwerp en dat is voor mij hoop en geeft me vertrouwen. Een leerzaam proces wordt ingezet, waarbij de kortste weg van A naar B niet de rechte lijn is. Het gaat hier immers op alle niveaus om mensen en de menselijke psyche. Bij Deleuze (notie virtuele idee, virtueel-actueel) lees ik, dat de oplossing van het problematische veld een act van creativiteit is en dat de ‘oplossing’ echter nog niet geconcipieerd is als volledig gedetermineerd einddoel. De oplossing ‘kent’ immers nog niet de uiteindelijke vorm. Het proces van in overeenstemming te komen ziet hij in een wederzijdse determinatie. Ja, het is een leerzame spannende (interne differentiatie) reis op zo veel niveaus.
    In de Middeleeuwen was de wereld plat en dacht men o.a. in verbanden en zag overeenkomstigheden om ruimte om zich heen te creëren en te ‘kennen’. Het was wel voor een tijdje mooi maar het was aan het uitdijen en er ontbrak ‘Begrenzung’. Hedendaags is de wereld rond en denkt men plat en meestal normatief langs een denkbeeldige lijn. (Verticaal/horizontaal> uitkomst >diagonaal = resultaat=norm? Dan ben ik, denk ik, samen met het overgrote deel van de mensheid op sommige deelgebieden niet normaal. Want als kind al zou ik nooit op de gedachte zijn gekomen om me achter een lantarenpaal te willen verstoppen om niet gezien/gevonden te worden. Ik vind me zo te moeten aanpassen en inpassen om niet op te vallen in een systeem dat zulke ‘sinn-entleerte’ maatstaven hanteert daarom heel moeilijk.
    Ik zie overal en bijna uitsluitend het Denken in een Vierkant, terwijl toch al Kant dacht in een Rechthoek. Ik miste bij dit spel het Denken in dimensies en de creatieve menselijke geest, en die uit dit samenspel voortvloeiende objectieve kennis waarna gehandeld zou kunnen worden. En, ja ik mis de mens, die zou je nu weer onder al die objectiverende kwantificeringswaanpapierzondvloed en bijpassend nachtmerrieachtige bureaucratie moeten zoeken. Maar hij is er wel, maak hem vooral in jullie wetenschap weer zichtbaar. Belangrijk, want jullie zijn ook mensen. Vooruitgang betekent niet de aanpassing aan de norm. Want nu moet iedereen zo veel moeite doen om zich aan te passen aan een norm, die tot de ‘waarheid’ wordt uit- en omgeroepen en onze werkelijkheid o.a. tot een zich versmallend looppad maakt. Een leefruimte blijft over waarin niet geleefd kan worden. Een wende is niet alleen mogelijk maar nodig.
    Is hier nu een begin gemaakt? Is dat een crisis van het ‘humanistische’ subject en wordt die nu eindelijk in al zijn consequenties wordt waargenomen?
    Ik zie dat men zich opmaakt een grens over te stappen om opnieuw op een andere plek verderop betekenisvol een ‘Begrenzung’ aan te brengen. Daarin zie ik hoop.
    Ik heb hoop en vertrouwen erin dat op deze ronde wereld weer een beetje levensruimte en een ‘met elkaar’ gecreëerd wordt. Dat mis ik nu een beetje. Ik denk in beelden, in metaforen, verhalen. Ik denk in verhoudingen, proporties en verbanden. Ik denk soms dimensionaal, perspectivisch en soms in de vierkantjes, circels en rechthoeken van een ‘begrenzt’ tijd- en ruimtecontinuüm. En zie in het laatste een hele mooie ‘Begrenzung’ en tijdelijke en ruimtelijke grens voorgegeven door Einsteins Relaiviteitstheorie. Een mooi construct want het verbindt esthetiek met ethiek en kon zo deze ruimte vasthouden, door ze te ‘begrenzen’. Een onderliggend appollinisch principe volgend. Ik mis het dionysische principe en de wederzijdse tijdelijke determinatie van deze twee. Want daarachter wacht al de ruimte van Newton om ‘begrenzt’ te worden. Het is immers de ‘Begrenzung’ van de geest die ons voor een moment op deze plaats houdt en een werkelijkheid ontstaan laat worden. En er zijn zo veel mogelijke werelden/werkelijkheden. Nu zie ik alleen nog maar Denken in een Vierkant. Ik zie scheve (ver)houdingen en een schreefgroei. Ik hoor een kakofonie en soms tussendoor een mooi lied en een waarachtige stem. Ook daarom wil ik niet plat denken en aangepast aan een norm leven die zo velen en ook mij in denken, voelen en handelen zo beperkt. Gek, dat we het met z’n allen zo ver hebben laten komen. Daarbij schuilt in het woord zelfverantwoordelijkheid de woorden ‘zelf’ en ‘antwoord’.
    Ik heb me voor eventjes de rol van de nar gegeven en heb daarmee de ruimte voor relatieve vrijheid voor mezelf gecreëerd. Ik kan om mezelf lachen en laat om mij lachen en men kan met mij lachen. Maar ik zie ook de tragikomiek van dit verhaal. Jullie wetenschappers hebben niet deze ‘Narrenfreiheit’. Want deze ‘Kausalitätskette’ sluit zich. Als je wil proberen te zien door waar te nemen en daarin waarachtig (authentiek) bent en blijft en je stem laat horen, dan word je ook waarachtig gezien en gehoord. Zonder ‘Authentizität’ in je houding en je zoektocht naar kennis ben je over een tijdje – zonder het te willen – echt gezien in de meest negatieve zin van het woord. Je wordt beoordeeld en dan raak je of in vergetelheid of word je naam een vorm van “Schall und Rauch”, die je niet zou willen. Een echo en een stank die alle zintuigen van allen raakt en aantast. Een keus: zijn echo in de geschiedenis bepaalt iedereen voor zich zelf. Jullie hebben halfbewust een boemerang gegooid en ja, hij komt terug. Zet je schrap maar heb vertrouwen erin dat je de juiste houding (en vaste stand) hebt gekozen om hem met ‘Geschick’ op te vangen. De clou is dat je wel moet weten waar je moet zoeken. Anders blijft deze boemerang voor je ogen onzichtbaar en raakt hij je nog precies daar waar het je de meeste pijn doet.
    PS: Elke filosoof en/of wetenschapper zou het gezegde met al zijn kennis die hij kent zonder moeite kunnen ontkrachten, maar ik ben dan ook geen filosoof of wetenschapper. Ik ben een mens die vanuit een toestand van verontrusting heen naar de verbazing komt en vanuit daar halfbewust kiest om vanuit lichte irritatie te handelen. En eigenlijk zou ik dat niet willen. Maar het was naar alles dat wat ik gezien, gehoord en ervaren en gevoeld heb een gewetensvraag geworden.
    (Ik ben nog bezig te leren om mijn gedachtes/ideeën in het Schrijven en Spreken zo te formuleren dat ik als één van de vele stemmen ook gehoord zou kunnen worden. Ik leer nog en oefen.)

  7. Clara Koek-Michels

    Beste Philippe, ik ben het met je eens dat de ggz haar bestaansreden ook naar buiten toe veel breder
    zou kunnen motiveren dan met somatische argumenten. Maar waarom gebeurt dat dan nog niet zo? Is die angst voor waardeverlies van professionele deskundigheid gegrond? En gaat het hier om het eigen gevoel van (on)belangrijkheid of gaan de zorgen over een nog schraler antwoord van politici en verzekeraars. Ik weet het gewoon niet. Dus ga ik gewoon maar door met erover spreken met jan en alleman. Dan kom ik er misschien stukje bij beetje achter.

  8. Bea Smit

    Psychiatrie maakt meer kapot dan je lief is. Geen oplossend denkvermogen. Pillen voorschrijven. Je van de domme houden. Als patiënt ben je onzeker omdat anderen slechte ervaringen hebben gehad.
    Dwang en drang kan nooit goed zijn. Isoleer al helemaal niet. Onmenselijk. Ik heb in mijn omgeving ervaren dat mensen er echt niet beter van zijn geworden. Studies zijn mooi maar alleen praten is de oplossing niet. Als je meerdere diagnoses hebt ben je afgeschreven en tel je in deze maatschappij niet meer mee. Dat lijkt mij het grootste probleem van psychische klachten. Hier heb je geen jaren studie voor nodig en promotie. De Dsm zet mensen alleen maar in hokjes en draagt niet bij aan heling. Goede omgevingsfactoren en steun maakt het leven voor velen wat makkelijker.

  9. Russel Cummins

    Ik en velen met mij zijn de zorg ingegaan om psychisch lijden te verlichten of te verzachten.
    de rest is bijzaak.

  10. Maurice Wasserman

    Juist Philippe. En in mdo-bijeenkomsten van bijv wijkteams wordt erg veel medisch jargon gebezigd voor problemen die veelal weinig van doen hebben met disfunctionerende hersenen. Maar juist met problemen die ontstaan ontstaan als gevolg van eenzaamheid. Binnen de muren van instellingen worden mensen met vreselijk eenzaam lijden bijelkaar geduwd. Een wonder dat zij gesloten opnames overleven zonder trauma’s. En omdat sociale verbanden niet worden geaccepteerd als mogelijke verklaring gebruiken ‘ze’ de meest gruwelijke termen als decompensatie en allerlei duur klinkende schizo- diagnoses die alles verder bemoeilijken.
    Mooi, waardevol betoog!
    Vriendelijk groeten, maurice

  11. Sonja Visser

    Amen!! En tegen de tijd dat alle psychische aandoeningen net zo klip en klaar zijn als een gebroken been, dan mag de Ggz zich opstellen als een cure-specialist. Tot die tijd…bescheidenheid, bescheidenheid en bescheidenheid. Misschien kan de Ggz zich wel gaan specialiseren in bescheidenheid…’vertel me, wat is jouw verhaal? Hoe verklaar jij wat er met jou aan de hand is? Kan ik je helpen met het zoeken naar een verklaringsmodel dat voor jou helpend is en je uitzicht op herstel geeft?’… Dan werk ik graag mee aan een Bench-mark-medaille-instrument-keurmerk-beloningssyteem of zoiets dergelijks!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *