Je hoort het overal, allerhande redenen waarom de GGZ vastloopt: de GGZ zit vol, de wachtlijsten zijn te lang, en mensen vallen tussen wal en schip. We zeggen dan snel dat er een “tekort aan capaciteit” is, maar is dat wel echt zo? Of ligt het probleem – in ieder geval deels – ergens anders?
Ik denk dat we anders moeten kijken naar de GGZ en waarom het soms niet lijkt te werken. Het probleem zit dieper, en het gaat over hoe we zorg organiseren, niet hoeveel zorg er beschikbaar is.
Laten we eens beginnen met de zorgproducten
In de GGZ draait bijna alles om zorgtrajecten: een aantal sessies, een duidelijk doel (vaak symptoomreductie), en dan ben je “klaar”. Maar wat als jouw problemen helemaal niet in een hokje passen? Stel, je hebt moeite met het vinden van zin in je leven, of je hebt een geschiedenis die je nog steeds kwelt. Dan is “symptomen verminderen” vaak niet genoeg. Wat je nodig hebt, is leren omgaan met wat je pijn doet, leren er anders naar te kijken, en misschien een nieuw perspectief vinden. Daar gaat het mis: de zorgproducten zijn ontworpen voor protocollen, niet voor mensen.
Het systeem maakt het nog moeilijker. Alles is gericht op productie: hoeveel cliënten je ziet, hoe snel je ze kunt “afhandelen”, hoeveel administratie je doet. Hulpverleners willen graag echt contact maken, maar worden opgeslokt door formulieren, regels en registraties. Het is alsof je een menselijk probleem in een excel-sheet probeert te stoppen. Gek dat hulpverleners nog zoveel voor elkaar krijgen, ondanks deze rare situatie.
En dan het heilige huisje: de diagnose. In de GGZ is een diagnose vaak het startpunt, maar wat betekent het echt? Is iemand met een label als “depressief” of “psychosegevoelig” ineens beter te begrijpen? Niet echt. Diagnoses creëren vaak afstand: jij bent de patiënt, en de hulpverlener is de expert. Maar wat mensen echt nodig hebben, is een gelijkwaardige relatie waarin ze samen kunnen onderzoeken wat er nodig is om verder te komen.
Dus wat is de oplossing?
Ten eerste moeten we afscheid nemen van dat starre systeem waarin alles draait om symptoombestrijding en bureaucratie. Meer vrijheid, minder regels, en meer ruimte voor improvisatie. Geen eindeloze vragenlijsten en registraties, maar echte gesprekken. Stel je voor: een plek waar je gewoon kunt binnenlopen, waar groepen werken aan herstel en waar je niet wordt teruggestuurd omdat je “niet in het protocol past”.
Leren van elkaar in groepen
Groepen zijn trouwens echt een gouden kans. Werken in groepen is niet alleen efficiënter, maar ook veel eerlijker. Je leert van elkaar, je voelt je minder alleen, en je kunt je eigen kracht ontdekken door anderen te steunen. Het voorkomt ook die afhankelijkheid van één hulpverlener, wat veel gezonder is. Daarnaast kunnen we beter gebruik maken van wat er al is buiten de GGZ: herstelacademies, zelfregiecentra, lotgenotengroepen, en zelfs online communities zoals PsychoseNet en Proud2Bme. Dit soort plekken bieden vaak precies wat mensen nodig hebben: herkenning, ondersteuning en inspiratie.
Maken van een samenwerkend ecosysteem
En dan hebben we het nog niet eens gehad over het informele ecosysteem. Wist je dat feitelijk maar een minderheid van de mensen met psychische klachten in de GGZ terechtkomt? De rest zoekt steun in het sociaal domein, bij familie, vrienden, kerken, complementair werkenden, herstelacademies, AA of NA, buurtinitiatieven, of online. Maar die systemen werken nauwelijks samen. Wat als we dit informele netwerk beter in kaart brengen en integreren in een samenwerkend ecosysteem? Dat zou al een wereld van verschil maken.
Een voorbeeld hiervan zijn de sociale proeftuinen zoals GEM (Ecosysteem Mentale Gezondheid). Hier draait het niet om wie het meest gespecialiseerd is, maar om samenwerking, gelijkwaardigheid en menselijkheid. En meer werken in groepen en de ‘specialisten’ vragen zich flexibel en consultatief beschikbaar te maken in het hele ecosysteem, niet alleen in de GGZ-zorglijn.
Het idee is simpel:
Je komt ergens binnen, vertelt je verhaal (volgens de vier vragen: Wat is er gebeurd met jou in je context en netwerk? Wat is je kracht en je gevoeligheid? Wat is voor jou belangrijk en zinvol? Hoe zou je dat kunnen realiseren en wat heb je daarvoor nodig?) en samen kijk je wat er mogelijk is.
Misschien is dat een groep, een ervaringsdeskundige groep in de herstelacademie, AA, yoga, een diergeleide therapie, een stemmenhoordersgroep van stichting Weerklank, een existentieel werkende coach, welzijn of recept in het sociaal domein of een praktische oplossing in je buurt. Alles is gericht op verbinding en op wat jou verder kan helpen.
We kunnen samen een manier vinden om verder te komen
Kortom, de GGZ hoeft geen capaciteitstekort te hebben als we het anders organiseren. Minder bureaucratie, meer samenwerking, en vooral meer aandacht voor wat mensen écht nodig hebben: steun, verbinding en de ruimte om hun leven weer op te pakken. Laten we ophouden met mensen in de rij zetten voor zorgproducten die ze misschien helemaal niet helpen, en beginnen met écht luisteren naar wat ze nodig hebben. Want uiteindelijk gaat het daar om: samen een manier vinden om verder te komen, ongeacht welke naam je aan het probleem geeft. Dat is de GGZ die we nodig hebben.
Wat denk jij?
Verder lezen over waarom de GGZ vastloopt?
- Jim van Os over samenwerking binnen de GGZ – Lef Hoop Groei
- Het nieuwe model van psychisch lijden
- Wat is GEM?
- Basisprincipes van GEM
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de hoofdstukken van PsychoseNet al?
De professionals van PsychoseNet schreven deze hoofdstukken met betrouwbare, hoopgevende informatie.