Helaas, het puzzelstukje Overgave paste toch niet. Onmacht die niet te vatten is. Aanvankelijk blij met het eerste resultaat van de nieuwe medicatie kwam vorige week de Thalys weer vrolijk mijn brein binnen gedenderd.
En weer hetzelfde riedeltje. Eerst nog prima in staat om halve dagen te werken. Zorg te dragen voor alles dat me lief is en van een goede nachtrust genietend. En weg is ineens de zorgvuldig opgebouwde blokkentoren.
Badend in het zweet om drie uur ’s nachts wakker en de gedachtentrein begint weer onvervalst op gang te komen. De zwarte bril gaat weer op en al mijn vorderingen die ik heb mogen maken de afgelopen jaren voelen aan als volstrekte prietpraat waar ik niet langer meer in geloof.
Nog een dag verder en ik aanschouw mezelf twee dagen non stop zittend in een bank verkerend in een doodstrijd met mezelf. Al jaren ben ik in het bezit van twee mooie gitzwarte poezen die nogal eens een muis het huis mee binnen smokkelen. De arme muis wordt dikwijls nog even in leven gehouden om als speelgoed te fungeren.
Totaal in shock, bibberend van top tot teen en wachtend op de genadeslag
Zo zit de muis daar maar te zitten voor het gigantisch zwarte gevaarte dat voor haar ligt. Zo ongeveer zit ik er dan ook bij. In totale desolate toestand, bibberend als een rietje draait zich een voortdurende stroom aan filmpjes in mijn hoofd af. En allen vallen onder de categorie drama of horror. Geen enkele gedachte oproepbaar die enige verlichting kan brengen. Het is weer puur overleven met mezelf.
Ook weer een stap om live op PsychoseNet te vermelden dat in goed overleg met voor mij betrouwbare hulpverleners nu het besluit is gevallen dat de volgende stap lithium hoort te zijn.
En met deze keuze komt ook de stammenstrijd in mijn hoofd weer op gang die ik om mij heen ook al jaren voorbij zie trekken. De medische wereld die psychiatrische ziekten vooral als hersenziekten heeft beschouwd versus de herstelbeweging die vooral het accent legt op het feit dat dit nooit is aangetoond en dat we ons ziek laten praten door de wereld van de psychiatrie. Een onmacht die niet te vatten is.
Links op mijn schouder zit de medicus, rechts de herstelbeweging. Wie heeft het nu bij het rechte eind?
Al jarenlang huppel ik ‘vrolijk’ van links naar rechts en terug. En wat me vooral opvalt is het enorme verschil in de manier waarop ik vanaf mijn linker schouder mezelf aanschouw ten opzichte van de blik op mezelf van rechts. Enerzijds de patiënt die ten prooi valt aan een ziekte die hij niet zelf overwinnen kan. Anderzijds de cliënt die op zoek is naar meedenkers op zijn pad naar herstel; zoekende naar hoe om te gaan met zijn kwetsbaarheid. En waarom kan het toch niet allebei?
Zou het niet ook zo kunnen zijn dat ik simpelweg een strijd lever met ‘iets’ in mezelf dat niet overwonnen kan worden zonder passend medicament? Ben ik stiekem al jaren een strijd aan het leveren tegen iets dat niet overwonnen kan worden zonder?
Heb ik mezelf talloze keren onterecht verweten dat ik blijkbaar weer niet goed geluisterd heb naar mezelf? Ben ik wederom in dezelfde valkuilen gestapt waardoor ik toch weer val? Met als uiteindelijk resultaat zelfafwijzing?
Of ben ik inmiddels al kilometers verder op mijn herstelpad ondanks het feit dat ik momenteel harder val dan te voren omdat mijn leven afgelopen jaar zo op zijn kop is gezet? Een cocktail van elementen waar de geleerden het ook niet eens over lijken te worden.
Wat is nu wat? Dus wie weet het nu eigenlijk precies?
Niemand dus, denk ik dan. En in dit geval ben ik het lijdend voorwerp. Maar ik heb in mijn loopbaan als psychiater al zo dikwijls mensen voor mijn neus gehad waarbij het ook een enorme puzzel bleek om tot een goede oplossing te komen. En deze zoektocht herbergt heel veel pijn, verdriet, wanhoop, frustratie, hoop en inzichten voor de persoon in kwestie . Deze zoektocht is nooit klaar en verandert ook telkens. Dus welke stroming of visie heeft nu dé oplossing? Niemand toch?
Het is voor mij ook nu weer helder geworden.
Overgave aan wat is en je verzet staken tegen het ongrijpbare doet je lijden verminderen
Maar doet de pijn niet verdwijnen. En bezorgt je ook niet direct herstel. Ik ben oprecht blij dat ik in een tijd leef waarin er vele wegen naar Rome leiden.
Jammer, zo jammer, dat de verschillende paden elkaar soms zo lijken te bestrijden. Soms voel ik me erg gesteund door de medische tak, dikwijls ook niet. Dikwijls voel ik mij gesteund door de herstelvisie, soms ook niet. Overgave aan het niet precies weten is moeilijk voor medici, makkelijker voor hen die weten hoe het is om gebukt te gaan onder een dergelijke kwaal.
Het is -en ik citeer mijn mede auteur Jeroen Zwaal – ‘buigen voor het hogere’ (of iets in die strekking). Dat maakt onmachtig, dat is vreselijk moeilijk. Dat is haast onmenselijk zwaar. En daarin is persoonlijke benadering, steun en bieden van troost van zo’n enorme waarde. Maar daarin is het bieden van therapie, medicatie en andere hulpmiddelen óók van grote waarde. Mits het de ander helpt op diens pad.
Als je zelf moet buigen voor het hogere dan voel je pas echt hoe nederig we hierin dienen te zijn in mijn optiek. Totaal ongepast om hoog van de toren te blazen dat men, wie het ook is, dit probleem wel even op kan lossen voor de ander.
Hoop bieden is belangrijk
Maar écht menen te weten wat de ander precies nodig heeft in diens situatie is volstrekt ongepast en hopeloos megalomaan. Zo zie ik het tenminste. Het puzzelen gaat verder. Ik houd u op de hoogte.
Meer lezen over onmacht die niet te vatten is?
Geef een reactie