Af en toe pak ik het boek ‘Leven in je leven’ van Jeffrey Young Janet Klosko er weer even bij. Ik heb de nodige boeken gelezen over patronen leren doorbreken in je leven maar deze viel bij mij het meest in goede aarde. Waarom?
De tekst sluit zo mooi aan bij mijn eigen belevingswereld. Toen ik dit boek ooit prees op mijn werk om de inhoud werd mij door een aantal collega therapeuten terug gegeven dat dit boek inmiddels toch wel wat achterhaald was. Dit antwoord ontlokte eigenlijk direct twee primaire reacties in mij. De hulpverlener in mij zei: “Het is een boek geschreven aan het einde van de 20e eeuw. Inmiddels zijn we inderdaad ook al wel wat verder.” Maar mijn diepste stem in me zei iets heel anders: “Wat is dit nu voor bijzonder antwoord? Merk je dan niet dat dit boek mij zo aanspreekt omdat het zo goed aansluit bij wat ik zelf voel?”
De tweede stem werd luider en luider en hoe meer ik nadacht over de primaire reacties van mijn collega’s hoe bozer ik eigenlijk werd in mezelf. Boosheid die ik op dat moment niet goed plaatsen kon en die ook zo overheersend voelde dat ik besloot deze maar even te parkeren. Een goed afgewogen antwoord terug naar mijn collega’s zat er toen even niet in.
Het puzzelde me nog een tijdje en bleef me bezig houden de dagen erna. Waarom maakte dit me zo ongelooflijk boos? En waarom voel ik ook verdriet onder die boosheid?
Het antwoord kwam al snel, ik voelde me niet begrepen, niet gehoord. Je zou als zorgprofessional kunnen zeggen: “Je bent te veel vervlochten met de thematiek. Je emotionele reactie verraadt dat deze thematiek je nog te veel beheerst waardoor je niet meer professioneel op afstand kunt kijken naar de inhoud!”
En ja, dat klopt! De thematiek die beschreven wordt in het boek gaat over patronen in je leven en hoe die je vormen, soms al van jongs af aan, en hoe die je leven kunnen gaan bepalen. Dat is nogal wat als je er over nadenkt. Patronen als de valkuil van de verlatingsangst, mij niet onbekend. En als je dan een boek treft waarin dit heel passend bij jouw gevoel wordt weergegeven. Waarin helder uiteen wordt gezet hoe dit zich kan nestelen in jouw leven en hoe je telkens weer geneigd bent terug te vallen in deze oude patronen binnen relaties, vriendschappen en andere contacten. Hoe logisch is het dan dat zo’n boek je emotioneel pakt? Dat je het in één adem doorleest omdat dit gaat over jou! Over hoe je al jarenlang knokt tegen bepaalde terugkerende thema’s die je niet goed begrijpt aan jezelf. Maar ook hoe knap het is dat de schrijvers dit zo bondig en helder hebben weergegeven en ook met praktische tips komen hoe je hieraan kunt werken. Beschreven vanuit mededogen maar ook met een duidelijke boodschap:
Alleen jij kunt je eigen patronen leren doorbreken. En dat kost veel energie, vereist vastberadenheid, doorzettingsvermogen en kost bovenal veel tijd
Bezien vanuit dit belevingsaspect van mezelf, hoe komt zo’n ‘professioneel antwoord’ dan binnen? Het voelde alsof er volledig aan mijn beleving voorbij werd gegaan. Alsof mijn ademloze tocht door het boek van herkenning en erkenning even in één beweging van tafel werd geveegd. En natuurlijk zegt dat veel over mij. Maar ik bedacht me ook meteen, is dit ook niet wat cliënten kunnen ervaren in contact met hulpverleners die even vergeten ‘af te stemmen op het belevingsaspect van de cliënt zelf’?
Doet het er dan überhaupt toe dat een zorgprofessional een ‘beter boek kent’? Is het niet van essentieel belang dat eerst de vraag komt: “Goh, wat maakt jou zo enthousiast over dat boek ? Wat heb je aangetroffen dat zo aansluit bij jouw belevingswereld?”
Het is slechts een klein voorbeeld van de talloze momenten die zich voor kunnen doen binnen het contact tussen hulpverlener en cliënt als er niet meer goed geluisterd wordt
Het feit dat ik als collega psychiater mijn emotioneel beladen oordeel gaf over dit boek maakt niet dat ik alleen maar wachtend ben op een zuiver rationeel antwoord dat er inmiddels echt wel inhoudelijk betere boeken bestaan op dit vlak. Als ik er langer over nadenk dan vind ik het eigenlijk onbegrijpelijk, eerlijk gezegd. Waar is onze oprechte interesse gebleven in de belevingswereld van de ander? Waarom zijn we soms nog zo weinig geïnteresseerd in hoe de ander het leven ervaart? Wie zijn wij om onze wetenschap soms zo feitelijk neer te doen dalen op de ander? Waarin soms de impliciete boodschap verborgen ligt Als je deze laatste inzichten nu maar volgt, dan komt het vast wel goed met je.
En als het niet goed komt, dan heb je je waarschijnlijk niet goed gehouden aan deze goed onderzochte adviezen
Er ligt een groot gevaar in deze manier van werken verborgen. Cliënten, dikwijls radeloos, volgen maar wat hen wordt aangedragen. Of het nu wel of niet past bij hun belevingswereld is op dat moment minder relevant voor hen, want ze weten het zelf immers dikwijls niet meer. Maar als je geen aansluiting voelt bij hetgeen je wordt voorgeschoteld, het niet past bij jou als persoon, hoe groot is de kans dan echt dat het je verder gaat helpen?
Is het niet juist belangrijk dat er eerst zorgvuldig met je meegedacht wordt wat er nu werkelijk speelt? Wat het best bij jou als persoon zou kunnen aansluiten vanuit behandelperspectief? Zijn ‘evidence based’ richtlijnen dan niet gewoon meer handige tools in die zoektocht maar niet noodzakelijkerwijs dé weg ?
Mijn ervaring, en inmiddels ook overtuiging, is dat het totaal onzinnig is een weg in te slaan met iemand in nood die niet passend is bij diegene
Vroeg of laat komt de teleurstelling aan beide kanten toch wel. De cliënt volgt niet voldoende, knapt niet voldoende op. De therapeut raakt gefrustreerd, begrijpt de weerstand niet die voelbaar is en een potentieel mooie ontdekkingsreis gaat verloren. Dit is natuurlijk nooit helemaal te voorkomen. Maar de kans op succes wordt echt stukken groter als je elkaar vindt bij aanvang van deze reis. En daarvoor is afstemming nodig, voortdurend, met de cliënt. Aansluiten bij diens belevingswereld en van daaruit meedenken.
De karresporen op mijn levensakker zijn diep
Ik heb al vaak geprobeerd andere wegen te kiezen en telkens weer gleed ik met mijn kar weer in de diepe sporen terug. En dat is ok, heb ik nu geleerd. Deze sporen horen bij mij. Ik laat ze alleen minder bepalen hoe mijn reis verloopt. Maar wegmaken kan ik ze niet. Ze zijn er simpelweg. En bij zwaar weer, als het flink regent, en de akker moeilijker begaanbaar wordt dan kom ik er soms nog steeds in vast te zitten. Dan heb ik soms ook echt nog anderen nodig om me weer uit het spoor te trekken. En ook dat is ok. We zijn er om elkaar te helpen, nietwaar?
Dat betekent niet dat anderen mijn kar moeten gaan voorttrekken. Dat leidt tot niets behalve afhankelijkheid
Niet vragen en maar zelf door ploeteren tegen beter weten in leidt tot eenzaamheid en vastlopen.
Laten we elkaar proberen te helpen om ieders akker vruchtbaar te houden. Want zeg nu zelf, weet iemand überhaupt hoe je je eigen levensakker nu precies het best kunt ontdekken of kunt gebruiken? Nee toch? Om meer te weten te komen over deze vragen moet je op onderzoek uit en kom je allerlei ingewikkelde zaken tegen.
Oprechte belangstelling voor elkaars zoektocht kan je dan echt verder helpen. Daar ben ik van overtuigd!
Geef een reactie