Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Tom van Wel

Tom van Wel is psycholoog en onderzoeker bij Vroege psychose ABC Altrecht. Daarnaast is Tom betrokken bij Peer-supported Open Dialogue Nederland (POD NL), een eerste echte stap naar werken met Open Dialogue in de praktijk. Voorts is hij docent bij St. Rehabilitatie ’92 en bij de Hogeschool Utrecht.

Een expert die niks doet? – over Peer-supported Open Dialogue en volwassenwording

Een expert die niks doet? Tom van Wel: "Peer Supported Open Dialogue heeft als doel om op een respectvolle manier meningen écht te horen."

Een expert die niks doet? Wanneer ik als Peer-supported Open Dialogue-opleideling met een collega naar een cliënt in zijn netwerk mag luisteren, geven wij geen adviezen en doen geen suggesties. Dan heb ik wel vaak het onbevredigende gevoel dat ik niks doe. Wat doen wij wel?

Wij proberen te luisteren, écht te luisteren. Naar alle aanwezigen en naar de verschillende, soms tegenstijdige, gedachten die binnen één persoon kunnen leven. En proberen te luisteren naar belangrijke àfwezigen, via de mensen die er wel zijn. Wij beogen daarbij om mindful mee te resoneren met wat wij, met onze persoonlijke achtergrond, daarbij ervaren.
Wat wij ervaren, bespreken wij samen in het bijzijn van het netwerk – in een ‘reflecting moment’ – waarbij wij het niet onderling eens hoeven te zijn. Want ook bij ons leven verschillende, soms tegenstrijdige, gedachten.

Peer-supported Open Dialogue (POD) heeft als doel om op een respectvolle manier alle meningen en belevingen écht te horen

En dan blijkt er vaak iets te gebeuren: onderlinge verhoudingen veranderen en mensen komen op ideeën. Ook daar luisteren we natuurlijk met volle aandacht naar. Maar voor mijn gevoel doen we niks. En toch worden we achteraf steeds hartelijk bedankt en wil men graag nog een gesprek. En achteraf hoor ik meer dan eens dat men graag iets terug wilt doen.

Maar waarom? We hebben immers geen adviezen gegeven of suggesties gedaan!

Ik ben een hulpverlener, dus ik wil hulp verlenen. Dat kan ik doen door iemand te helpen met wat hij zelf niet kan. Als ik niks doe komt mijn expertise als hulpverlener, opgebouwd in vele jaren opleiding en werkervaring, niet tot zijn recht. Dat knelt.

De cliënt geen schade toedoen

Het uitgangspunt van elke hulpverlener is: ‘ik zal de cliënt geen schade toedoen’. En wat dat betreft zijn het geven van adviezen en het doen van suggesties riskant. Want: begrijp ik die ander wel echt? Is de ander écht begrijpen wel mogelijk, gezien zijn andere komaf, andere levenservaringen, andere opleiding, andere genen en andere cultuur?
Als mijn advies niet een schot in de roos is, is er het gevaar dat de cliënt zich niet goed begrepen voelt. Wat ertoe kan leiden dat er verwijdering tussen ons ontstaat. Als ik toch van de waarde van mijn advies overtuigd blijf, kan ik de cliënt zelfs eigenwijs gaan vinden omdat hij mijn goede advies in de wind slaat. Misschien heeft hij in mijn ogen dan wel te weinig ziekte-inzicht!

Als de cliënt deze boodschap (subtiel of minder subtiel) van mij meekrijgt, is er gevaar dat er schade ontstaat: in zijn zelfbeeld of in ons contact

En als mijn advies wel een schot in de roos is?
Dan schuilt daar ook een gevaar in. Want het geven van adviezen impliceert dat ik als hulpverlener geloof dat de cliënt zelf niet op dat idee komt. Als een cliënt dit met me eens is, kan hij gaan denken dat de hulpverlener het inderdaad beter weet dan hij het zelf weet. Dat kan de kijk op hemzelf beïnvloeden. Daarmee kan zijn zelfvertrouwen verminderen (‘ik kan het niet zelf’) en afhankelijkheid creëren. En dit is in strijd met ‘ik zal de cliënt geen schade toedoen’.

Dus: als ik een advies geef dat niet goed aansluit bij de situatie van de cliënt, kan tot schade leiden. En als ik een advies geef dat een schot in de roos is, kan dit ook tot schade leiden.

Het geven van adviezen is riskant

Maar, zoals ik al schreef, dan heb ik het onbevredigende gevoel dat ik als expert niks doe. En een kritisch stemmetje in mij zegt ook: ‘geen adviezen geven’ kan natuurlijk iedereen!

Wat doet een expert dan wel?

Een expert is een pas een expert als hij beseft hoe beperkt zijn kennis is. Een expert in de GGZ weet dat zijn kennis vooral over groepen cliënten gaat, en dat individuen sterk van de gemiddelden kunnen verschillen. Een expert heeft oog voor de uitzonderingen en weet dat verrassingen veel voorkomen. En een expert heeft vertrouwen in de eigen herstelkracht van mensen. Adviezen geven is niet uitgesloten, maar een echte expert zal daar zeer terughoudend mee zijn.

Binnen POD adviseer je in principe niet. Mensen geven uiteindelijk zichzelf en elkaar namelijk de beste adviezen

Voor de hulpverleners betekent het dat zij vaak ‘op hun handen moeten zitten’, niet een diagnose opplakken en de situatie veel langer laten zijn zoals die is, dan dat zij gewoon zijn. Dat heet binnen POD ‘tolerating uncertainty’. Dit vormt samen met het respect voor de ander en het vertrouwen in eigen krachten de belangrijkste kenmerken van POD.

De overgang (‘transitie’) naar volwassenwording

Precies om deze redenen verwacht ik dat POD bij uitstek goed zal aansluiten bij jongeren en jongvolwassenen die worstelen met psychisch lijden. Want als we het hebben over jongeren die het psychisch zwaar hebben: hoe komt het toch dat zij zich vooral aangetrokken voelen tot leeftijdsgenoten? En veel minder tot die wijze, ervaren ouderen met zoveel opleiding en kennis van wetenschappelijk onderzoek?
Mijn voorzichtige inschatting is: omdat zij zich door hen niet snel begrepen en gerespecteerd voelen. Daarnaast willen jongeren (maar niet alleen jongeren) het vooral juist zelf doen. Zo leer je ook het beste of iets bij je past en waar je grenzen liggen.

Het ontbreekt naar mijn indruk nogal eens aan respect voor de jongeren

Als we jongeren bekijken door de bril van de ouderen, kan een verkeerd beeld ontstaan. Dan zou je jongeren als roekeloos kunnen zien, aangezien ze vaker ongelukken maken en impulsiever zijn dan veel volwassenen. Dan zou je ze kunnen zien als volwassenen die nog niet ‘af’ zijn, met een zogenaamd ‘onrijp brein’. Deze opvatting getuigt van weinig respect.

Je kunt het ook anders bekijken: jongeren zijn over het algemeen creatiever, socialer en minder ingekakt. Ze zijn de start van de nieuwe generatie en van een betere toekomst. Dan zou je volwassenen eerder beschrijven als wezens waarin het kind verschrompeld is! Ingeslapen en initiatief-arm. Johnstone noemt volwassenen geatrofieerde kinderen waarbij tijdens de volwassenwording iets waardevols verloren is gegaan.

De belangrijkste kenmerken van hulpverlening aan jongeren zou je mijns inziens kunnen samenvatten in:
(1) respect;
(2) vertrouwen in de eigen krachten en ‘eigen wijze’ en;
(3) hulpverleners die goed kunnen luisteren en goed zijn in ‘tolerating uncertainty’.

POD zou in de hulpverlening aan jongeren het uitgangspunt moeten zijn

Het zogenoemde ‘niks doen’ blijkt helemaal niet makkelijk. Veel hulpverleners – vooral degenen die wat langer meelopen, zoals ik – zijn hier helemaal niet goed in; het vereist veel oefening en expertise.

Lees meer over POD NL.

Reacties

4 reacties op “Een expert die niks doet? – over Peer-supported Open Dialogue en volwassenwording”

  1. Marleen van Oss

    Ik ben blij met het interview van Dirk Corstius over de methode van Jaco Seikkula. Het deed mij ook een beetje denken aan gesprekken, die ik met mijn demente vader had op het laatst van zijn leven. Wie weet is het ook een invalshoek om deze methode wat meer bekendheid en vertrouwelijkheid te geven. Als ik op bezoek was bij mijn vader en hij verward was dan kon ik inderdaad beter dan de verpleging van het verzorgingshuis plaatsen waar het over ging. Ik hen nooit informatieavonden over dementie gevolgd dus ik weet niet wat daar over dit onderwerp gezegd is. Voor zover ik weet heeft mijn vader niet meteen anti psychotica voor deze stemmingen gekregen.

  2. NeleCamargo

    Hoe pak je dit aan bij jongeren die nog in huis wonen? Hoe wordt bij POD het netwerk ondersteund? Bij Open Dialogue zit iedereen erbij die van belang is. Maar het is me niet duidelijk hoe dat bij POd in elkaar zit. Wil je daar ook eens een blog over schrijven?

  3. Hedwig

    Één van de meest waardevolle blogs op dit forum. Bij acute psychose wordt in het geheel niet geluisterd, maar genegeerd, terwijl luisteren en serieus ingaan op de wanen en achterdocht juist de sleutel is tot het verdwijnen van de psychose. Het wordt door de meeste behandelaren voor onmogelijk gehouden maar het is in veel gevallen zelfs tamelijk eenvoudig. Als de patiënt niet serieus genomen wordt is elke behandeling gedoemd te mislukken, dan rest slechts een nare chemische rust. Daarmee kan de psychose in gevallen worden doorbroken, maar zodra met medicatie wordt gestopt bestaat een groot risico dat iemand weer in psychose raakt omdat het probleem niet is behandeld.

  4. Esther Matthaei

    Dank voor deze blog, Tom van Wel.
    Op 19/20 oktober heb ik een lezing bezocht van Jaakko Seikkula in België en ben nu bezig het boek Open Dialogue and Anticipations te lezen.
    Ook voor mij als docente biedt Open Dialogue heel wat aanknopingspunten in mijn onderwijspraktijk.
    Heb net even gekeken op de website pod.nl. Ik hoop dat mocht er ooit een scholingsprogramma regionaal of landelijk plaatsvinden dat je er ook hier op deze website melding van maakt. Want de benadering middels Open Dialogue is, zo hoop ik, dé benadering , die echt tot een kentering in GGZ-land zou kunnen leiden omdat dit een manier is die een mens in een crisis in zijn waarde laat, zijn autonomie niet afpakt en dus echt helpend kan werken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *