Lieve vertelt over haar jeugd als KOPP kind. Ze schrijft: Een sprong in de tijd. Ongeveer een jaar of negen. Veel is er gebeurd met mij persoonlijk, al was ik mij daar niet van bewust.
Mijn logeervriendinnen
In de buurt, omgeving en op school, had ik mijn contacten. Al moest ik op een gegeven moment naar een andere lagere school toe gaan, ik had ik ook nog andere contacten van logeervriendinnen waar ik veel bleef slapen. Dat was in middag, op vrije dagen of in weekenden.
Het waren twee meisjes die totaal verschillend waren. Van andere af komsten in Nederland en die op andere lagere scholen zaten. De schoolvakanties liepen gelijk aan elkaar.
Ik was, samen met het andere meisje, al weken in een grote woning, in de binnenstad, waar de nieuwe vriend van haar moeder woonde. De moeder had haar leven anders proberen in te richten. Ze was veel afwezig door vrijwilligerswerk in een koffiehuis voor daklozen, waar wij dan langs liepen. Op een middag zijn wij naar binnen gegaan.
In het koffiehuis voor daklozen
Het was een koude dag, de zon scheen en eigenlijk geen reden om er heen te gaan op spelletjes en de moeder achter de bar na. Het was rustig, de opvang voor de nacht nog lang niet open en aan rand van stad is voor deze daklozen niet veel te beleven op een vroege middag. Wij kregen een glaasje fris en speelde bordspelletjes. Mijn vriendinnetje won achter elkaar en later bij een ander spel had ik meer geluk en in ronden van het bord spel kwam ik op een winst te staan.
Een langharig vreemd type man met etterige puistjes in gezicht, leren jasje en spijkerbroek hing rond en in het koffiehuis, was al onrustig aan het doen bij de bar en de moeder wees hem erop rustig te zijn, iets te drinken, te betalen en zich te gedragen. Hij deed wat zij zei en zocht een zitplaats met uitzicht op straat, ingang en raam.
Hij draaide op zijn stoel en keek naar de twee “jonge vrouwen” die leuk en vrolijk een bordspel speelde. Omdat mijn vriendinnetje ontevreden was over haar aankomende verlies en iets lekkers wilde ging zij naar haar moeder en zeurde erover. Deze was kortaf, waarop zij moest huilen. De man bemoeide zich ermee, begreep later dat het haar dochter was. Ondertussen was hij al steeds langs ons tafeltje gekomen met opmerkingen over wie wint er? Met het zoeken van ongepaste toenadering.
Ik zat alleen, mijn vriendinnetje moest op het matje komen bij haar moeder, de man nam een stoel en ging dicht op mij zitten, probeerde over mijn knie te wrijven en maakte opmerkingen over vrouwen en winnen. Toen hij zijn hand over mijn knie legde, in de onrust en nog een kind bij de bar, zijn hand richting mijn been bewoog.
Ik heb geroepen maar de moeder hoorde mij niet
Ik moest niet kinderachtig zijn zei de man, ik was aan het winnen en hij hield van vrouwen die wonnen. Ik kon niet veel uitbrengen en het roepen werd al overstemd door anderen.
Toen heb ik gezegd, stikkend, snikkend, met een zachte, gesmoorde stem; “ik ben kinderachtig! Ik ben negen!” Erna probeerde ik op te staan om bij de bar of uitgang te komen. De moeder had niks in de gaten. Stoelen verschoven en ik gaf mijn grenzen aan.
De moeder reageerde in de trant van dat ik rustig moest blijven zitten. Zwijgend, met rode boei, zwetend en stil ben ik woest en onbegrepen ergens anders gaan zitten, dit was ook niet goed. De man kreeg pas, toen de moeder een beetje in de gaten had wat er voorviel, te horen dat hij eruit moest en kinderen en vrouwen met rust moest laten.
Anderen hadden het gezien, iets ervan meegekregen
Maar hadden niets gedaan, op het duidelijk maken na dat zij niet eens waren met wat er gebeurde rondom de escalatie met de onrust van die andere puisterige man na.
Pas aantal weken erna, met de rare vrouw erbij
Ik was met een rare vrouw waar ik bij moest wonen, na de logeerpartij in de middag op bezoek op weg naar de stad. Moest de moeder mij iets vertellen of vragen?
De moeder gaf een compliment
De moeder van mijn vriendinnetje wachtte op het moment dat wij vieren rustig zaten, ze zei dat ik wel heel goed gedaan had en of ik nog wist wat er gebeurd was toen en daar die middag. Ik had er niet meer zo over nagedacht, was blij dat het over was. Ik moest het in mijn eigen woorden vertellen en sloeg dicht.
De moeder was gestopt met vrijwilligerswerk ook vanwege de eigen dochter. Die zou nooit zo verbaal, non-verbaal al duidelijk laten weten dat zij niet eens was met de toenadering en aanrakingen van een volwassene of man, op die leeftijd zeker niet. De vrouw zat met grotere zwarte ogen wat verbaasd te kijken toen zij hoorde wat er gebeurd was, ik in de situatie in het koffiehuis. Ik kreeg van de moeder groter compliment waar ik niet mee wist om te gaan.
De vrouw vond dat ik niet moest zeuren
De vrouw was juist in haar onzin opvoeding bevestigd, dat ik een groot meisje was, niet moest zeuren, altijd al vervelend en dan nog grote mond ook, maar nu wel handig. Ze zat ook meteen aan mij, een vieze, plakkerige hand die groot en warm was wreef over mijn rug en door mijn haar. Ik gruwde net zo hiervan als van de rare man die aan mijn knie en bovenbeen kwam.
Ik durfde mijn grens niet aan te geven of iets te zeggen al. Ik was negen.
In de huidige tijdsgeest. Een ervaring van een jong kind, meisje in een vreemde omgeving en grensoverschrijdend, versierd worden door een rare man in een daklozen koffiehuis, zonder dat iemand het door lijkt te hebben of te zien op het moment al kwam ik ook eens voor mijzelf op. Dik, jong, brutaal.
Verder lezen over vroegkinderlijk trauma?
- Herinnering aan een vrouw in een deuropening – KOPP kind zijn
- KOPP-zorgen in mijn rugzak – Elly Hellemons
- KOPP – Kinderen van ouders met psychische problemen
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ontvang jij de PsychoseNet nieuwsbrief al?
Meld je aan en ontvang iedere week de nieuwe blogs en interessante items in je inbox.
Geef een reactie