May-May Meijer en Jim van Os gaan in gesprek over allerlei onderwerpen en leggen elkaar vragen voor. In een vorige blog spraken ze over de klinische blik van psychiaters en oprecht contact. In deze blog vraagt May-May zich af of mensen met psychosegevoeligheid baat hebben bij ‘reality checks’, om zicht op de wereld te houden.
May-May: ‘Heb jij wel eens iemand geholpen die niet kon zien? Vast wel. Ik wel in ieder geval. Zelf zou ik ook soms graag geholpen willen worden. Niet om te zien, maar om een ‘reality check’ te doen. Soms denk ik namelijk dat de AIVD me afluistert, bijvoorbeeld als ik met een Russisch dagblad gebeld heb. Zou dat kunnen of zit dat in mijn hoofd? Daar zou ik wel eens over willen praten, bijvoorbeeld met Ronald Plasterk. Nu is dat een beetje lastig – de beste man heeft wel wat beters te doen – maar een kleinere reality check zou soms ook al helpen. Denk aan de reality check die John Nash deed in de film A Beautiful Mind.
John Nash in de film A Beautiful Mind
De film A Beautiful Mind is losjes gebaseerd op het leven van John Nash. John Nash ontving de Nobelprijs voor economie, om meer precies te zijn, vanwege zijn werk wat betreft speltheorie. Er kan een uitkomst ontstaan die voor de twee spelers die aan het spel meedoen, niet optimaal is, door bijvoorbeeld een gebrek aan communicatie. John Nash kreeg op een gegeven moment paranoïde schizofrenie. In de film A Beautiful Mind wordt John Nash gespeeld door Russell Crowe. Hij vraagt op een gegeven moment aan een studente of zij ook de man heeft gezien die hem kort daarvoor aansprak, omdat hij wilde weten of hetgeen hij meemaakte echt gebeurd was of een hallucinatie.
Door reality checks meer zicht op de wereld
In de Volkskrant van 8 juli 2013 zegt hulpverlener Harry Gras over een patiënt: ‘Als ik er ben, hoort hij me de eerste tien minuten uit. Ik ben zijn zicht op de wereld. Hij checkt aan de hand van mijn antwoorden hoe ver hij in zijn psychose zit.”
Mijn conclusie is, dat dit een hele slimme patiënt is! Hij heeft dus door dat hij psychotisch kan zijn en is op zoek naar reality checks.
Zelf heb ik ook wel eens behoeft aan een reality check.
Ik denk dat dat namelijk een prima manier is om spanning op tijd te ontladen en ervoor te zorgen dat mijn geestelijk emmertje niet overloopt. Maar eerlijk gezegd durf ik dat niet zo goed van mensen in mijn omgeving te vragen. Aan mijn zusje durf ik dat wel te vragen, maar zij woont een eindje bij mij vandaan dus haar moet ik bellen en ik spreek het liefst mensen face to face.
Wat denk jij Jim? Zijn mensen met een psychotische kwetsbaarheid met reality checks geholpen? En is het een kwestie van gewoon durven doen? Zou jij bereid zijn een reality check te geven?”
Antwoord Jim van Os:
“Beste May-May,
Dank voor je vraag! Ik denk dat we allemaal 20 keer per dag behoefte hebben aan reality checks – op een bepaald niveau. Ik geef een voorbeeld: ik loop op een dag door de gangen van het ziekenhuis en zie een collega lopen. Ik groet de collega hartelijk maar hij kijkt glazig door me heen en loopt zonder me te groeten verder. Door mijn hoofd schiet: zie je wel, hij heeft een hekel aan me, ik heb hem boos gemaakt de vorige keer in die vergadering. Ik heb toevallig die nacht ook niet al te goed geslapen en zit de rest van de dag best wel te piekeren over de ontmoeting met die collega.
Ik denk er over om bij hem langs te lopen en te checken: hoe is het tussen ons? Heb je een hekel aan me dat je me niet groette vanochtend?
Ik doe het niet, maar ’s avonds als ik thuiskom vertel ik mijn vrouw over mijn zorgen. Zij lacht en zegt: “Je bent ook altijd veel te onzeker over wat andere mensen van je vinden! Is het niet mogelijk dat hij zijn bril niet ophad of in gewoon in gedachten verzonken was?”
Deze manier van ‘socratisch’ bevragen zet me aan het denken en na een tijdje voel ik me weer gerustgesteld. Later die avond vraag ik me zelfs af hoe het mogelijk was dat ik de ontmoeting met de collega zó negatief had kunnen beoordelen.
Ons ‘probleem’ – als mensen– is dat we nooit zekerheid hebben over de gedachten, emoties en intenties van de andere mensen om ons heen – kortom hoe ze zich verhouden tot ons. We kunnen hun gedachten nu eenmaal niet lezen en als we een beetje angstig zijn, lezen we al snel allerlei angstige signalen in hun gedrag van de mensen om ons heen. Kortom, de wereld om ons heen zit vol ambivalenties. En als je heel angstig bent, kun je zelfs denken dat de bestuurder van de auto achter je gestuurd is door de AIVD om je in de gaten te houden.
Natuurlijk helpt het om deze zorgen te delen met andere mensen en een reality check te doen met socratisch vragen
Ook als de zorgen psychotisch gekleurd zijn, zoals soms bij jou. Wijze mensen zoals je zus zien de psychotische zorgen als een metafoor voor gewone menselijke emoties, die vaak hun wortels hebben in relaties met andere mensen en de relatie van de persoon met zichzelf. Als je bijvoorbeeld onzeker bent, kun je vaker dit soort (al dan niet psychotische) zorgen hebben. In dat geval zijn reality checks prima, maar moet er ook gewerkt worden aan de onderliggende weerbaarheid, bijvoorbeeld door met de persoon een nieuw verhaal te ontwikkelen over een minder onzeker en meer assertief mens.
Dit is belangrijk, want als er niet tegelijkertijd ook aan de weerbaarheid wordt gewerkt, bestaat het risico dat de persoon almaar meer reality checks nodig heeft en/of er te afhankelijk van wordt.
Natuurlijk is het altijd zo dat wat voor de ene persoon goed werkt, voor de ander juist helemaal niet werkt
Ongetwijfeld zal het soms zo zijn dat het juist niet verstandig is om reality checks te doen, bijvoorbeeld als dat het effect heeft dat de angst alleen maar verder wordt aangewakkerd.
Maar in zijn algemeenheid durf ik te stellen dat reality checks wat mij betreft vaak een goede manier zijn om via socratisch vragen met de persoon aan de praat te komen over de menselijke zorgen en emoties die onder de psychose zitten, zodat de persoon geruststelling kan ondervinden en weerbaarheid kan ontwikkelen.”
May-May Meijer is voorzitter van Peace SOS. Ze werd in 2009 gedurende zes maanden gedwongen opgenomen en schreef daar een boek over.
Jim van Os is hoogleraar psychiatrie, voorzitter van de Divisie Hersenen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht en een van de initiatiefnemers van PsychoseNet. Lees hier meer over Jim van Os.
Lees ook: May-May en Jim in gesprek over de klinische blik en oprecht contact
Geef een reactie