May-May maakte voor het eerst kennis met een signaleringsplan door haar toenmalige behandelaar. Op basis daarvan heeft ze inmiddels een eigen signaleringsplan opgesteld om psychose te voorkomen. In haar versie werkt ze met vier fasen. Van elke fase benoemt ze haar eigen signalen en welke actie zijzelf of haar naasten het beste kunnen ondernemen.
De algemene elementen van een signaleringsplan zijn: de fasen, de acties die je zelf in een fase kunt ondernemen en de acties van anderen. Dit plan bevat elementen van mijn oude signaleringsplan. Het idee van een signaleringsplan is niet van mij. Ik heb het leren maken in het ziekenhuis De Rembrandthof, samen met mijn hulpverlener.
Fase 0: Evenwicht (alles is in orde)
Signalen:
– Ik voel me prima. Ik zorg om de week voor mijn zoon, en werk voor mijn vredesorganisatie, werk als ervaringsdeskundige in het ziekenhuis
– Ik praat zo nu en dan met Christus
– Geen pijn in de spieren in mijn rug, mijn hoofd zit stil
– Ik durf open te staan voor mijn familie over wat ik denk
– Ik slaap genoeg
– Ik ga elke dag naar buiten
Acties van mijzelf:
– Ik blijf regelmatig joggen
– Ik doe rustig aan, neem voldoende pauze, werk niet te lang etc.
Acties van anderen:
– Geen
Fase 1: Het evenwicht is verstoord
Signalen:
– Ik slaap niet goed
– Ik heb moeite met dagelijkse dingen
– Ik heb moeite met harde geluiden (zoals een helikopter die komt overvliegen)
Acties van mijzelf:
– Ik doe het rustig aan. Ga naar buiten, wandel en praat met mijn goede vriendin of vriend
– Ik werk niet te lang
– Ik luister naar mezelf, ga naar buiten als ik voel dat ik dat nodig heb
– Ik zeg afspraken af als ik het te druk heb
– Ik bel niet (te veel)
– Ik praat met mijn zus
Acties van anderen:
– Ik geef aan dat ik het te druk heb
– Wees voorzichtig, praat met mij
Fase 2: Stress neemt toe (het gaat niet goed)
Signalen:
– Ik slaap ’s nachts niet
– Lichamelijke klachten: braken, het druk hebben, niet aan de telefoon kunnen zijn, pijn in mijn rug- en nekspieren
– Het gevoel dat geesten mijn lichaam en geest binnenkomen
– Ik ben erg wantrouwend/achterdochtig
– Ik vind het moeilijk om dingen in perspectief te plaatsen
– Mijn gedachten zijn erg druk
– Ik vergeet te eten en te drinken
– Ik focus te veel op één ding
– Gevoel dat ‘ik moet’
– Ik vind het moeilijk om een normaal en dagelijks leven te leiden
– Gevoelens zijn een achtbaan, soms moeilijk om aangeraakt te worden, soms erg verdrietig
Acties van mijzelf:
– Ik ga wandelen
– Ik praat met mijn goede vrienden
– Ik ga weg bij de computer
– Ik gebruik slaapmedicatie indien nodig
– Ik bespreek of ik een hogere dosis antipsychotica nodig heb
– Ik kijk of ik mijn zus aan de telefoon durf te spreken
– Ik realiseer mezelf dat mijn zus er misschien meer van bewust is dan ik, hoe het met me gaat
Acties van anderen:
– Praat met mij, wees bij mij
– Stel me op een zachte manier vragen, zodat ik kan zien of de theorie die ik in mijn hoofd heb, werkt
– Zeg me dat ik de huisarts of het psychiatrisch ziekenhuis moet bellen
Fase 3: Crisis/psychose
Signalen:
– Braken
– Niet slapen
– Veel ‘in mijn hoofd zitten’, me niet concentreren in gesprekken
– Het idee dat de Nederlandse geheime dienst mij bespioneert, het gevoel continu getest te worden, dat er camera’s in huis zijn
– De overtuiging dat nieuws voor mij is bedoeld, een boodschap heeft en ik vertrouw de mensen van wie ik hou niet
– Ik praat met het antwoordapparaat in mijn telefoon om de geheime dienst te vertellen me niet te bespioneren
Acties van mijzelf:
– Ik neem contact op met de huisarts/psychiater indien dat nog lukt
– Ik loop buiten
– Ik bespreek hogere doses antipsychotica
Acties van anderen:
– Bespreek of ik in het ziekenhuis moet worden opgenomen.
– Praat met me. Zoals een verpleegster deed toen ik dacht dat ik de terroristische aanslagen in Nice veroorzaakte. De verpleegster vroeg me waarom ik dacht dat ik er verantwoordelijk voor was. We hebben er drie kwartier over gepraat. Toen liepen we naar buiten. Ik voelde me beter.
Voor verplegers en artsen:
Laat zien dat je om mij geeft en geef aan dat ik maar een tijdje in het ziekenhuis verblijf.
Notitie:
De fasen zijn niet altijd opeenvolgend. Soms kunnen dingen snel veranderen. Het belangrijkste is dat je leert om voor jezelf te zorgen. Voel hoe je je voelt en pas je daaraan aan. Neem rust indien nodig. En voor mij geldt: neem ook tijd om naar buiten te gaan.
Meer lezen over signaleringsplannen?
- Code Oranje – werken met een signaleringsplan
- Hoe maak je een goed signaleringsplan als de signaleren telkens anders zijn?
- Signaleringsplan – PsychoseNet
- Met wie spreek ik? – Maak een signaleringsplan
Geef een reactie