Ik had net een van de vreselijkste nachten in de afgelopen maanden achter de rug, had geen oog dichtgedaan en zag het eigenlijk niet meer zitten. Maar er was hoop: een intake bij mijn nieuwe psycholoog. Eindelijk.
De afspraak die mij eigenlijk op weg zou helpen om mijn leven weer op een rijtje te krijgen, werden echter 45 ongemakkelijke evenals irritaties opwekkende minuten.
Het begon eigenlijk al vóór de afspraak zelf. Met enige onzekerheid liep ik nietsvermoedend het gebouw binnen en zei: ‘Hoi, ik ben hier voor de eerste keer, ik heb een afspraak, moet ik me dan hier melden?’ tegen de mevrouw achter de balie. ‘Ja hoor, jij bent wel erg onzeker, hè?’ antwoordde ze, met een veel te luide stem. Bedankt, nu voel ik me meteen een stuk zekerder…
Uiteindelijk werd ik met een vage beschrijving naar een secretariaat op de eerste verdieping gestuurd, waar ik me vervolgens zittend naast een bordje ‘ouderen’ bevond. In die categorie zou ik me persoonlijk niet direct plaatsen, maar op dat moment verbaasde het me al niks meer. Na 20 minuten wachten besloot ik nog een keer voorzichtig te vragen of de afspraak wel door zou gaan. Dat ‘een eerdere afspraak waarschijnlijk uitloopt’ mompelde de niet-zo-vriendelijke secretaresse.
Tien minuten later werd ik eindelijk opgehaald. Bijna 30 minuten later dan gepland. ‘Kan gebeuren’, dacht ik. En ‘nu komt alles goed.’ Oh, wat zat ik fout…
Het gesprek begon vrij normaal. Administratie op orde brengen, even voorstellen, uitleg over de instelling, begin intake. We liepen de vragenlijst langs die ik eerder thuis na zorgvuldig nadenken had ingevuld. Waarom ik op de vraag ‘heb je zelfmoordgedachten/denk je aan de dood?’ zo hoog had gescoord als ik nu hier zit en haar toe lach, vroeg ze. Onzekerheid, dacht ik. ‘Weet ik niet’, zei ik. Op dat moment verkeerde ik al in een licht geïrriteerde stemming, resulterend in een afsluitende houding naar de vrouw tegenover mij.
Toen ik dacht dat het niet erger kon, begon ik zelf over mijn zelfbeschadiging. Ik legde uit dat dit voor mij een oplossing is om met spanningen om te gaan. Direct werd ik terecht gewezen dat zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag twee héél verschillende dingen zijn. Ja, daar had ik het ook niet over. Ze ging verder:
‘Zelfbeschadiging is ook gewoonweg dom. Moet je niet willen. Als je dat doet wil je aandacht en probeer je dingen die je op internet hebt gezien na te apen. Moet je gewoon mee stoppen en niet zo moeilijk over doen.’
Mevrouw, als het zo makkelijk was, had ik dat al lang gedaan. En uw argument ‘Je moet je ook bedenken wat andere mensen zullen denken als ze je armen zien. Je zult het altijd moeten uitleggen’ was ook niet bepaald rocket science voor mij.
Ik wilde dit gesprek echt nog een kans geven en probeerde alles zo duidelijk mogelijk uit te leggen. Al gauw kwam ik erachter dat ook deze tactiek niet hielp. Ik had net verteld dat ik op mijn werk en op de universiteit niet laat blijken dat het slecht gaat, ik de schijn probeer op te houden dat alles goed is en mij niets mankeert.
Toen hadden we wel even het hoogtepunt van ons gesprek bereikt want mevrouw zei: “Het lijkt net alsof je twee persoonlijkheden hebt, vind je niet?”
Ik begon al aan haar vaardigheden te twijfelen toen ze na tien minuten vaststelde dat ik vast een persoonlijkheidsstoornis heb, maar dit laatste topte eigenlijk alles. In diezelfde zin legde ze wel nog even uit dat ‘ze niet hier is om diagnosestempeltjes te plakken’.
Oké, dan. Ik ben vast de enige die de schijn probeert te bewaren, ja.
Mijn allerlaatste poging om me open en kwetsbaar op te stellen ging over de medicatie die ik drie dagen eerder van mijn huisarts had voorgeschreven gekregen. Ik gaf aan dat ik het heel eng vind om eraan te beginnen omdat het op dit moment al slecht gaat en de medicatie de negatieve gevoelens en gedachten vooral in de begintijd kan verergeren. Hierover deed mevrouw alsof ik me wel heel erg aanstelde en dat ik dan maar gewoon geen medicatie moet nemen als ik er zo tegen op zie.
Opnieuw bedankt, mijn zelfvertrouwen groeit met de minuut mee
Even later was het gesprek (eindelijk) afgelopen. Ik heb nog braaf een vervolgafspraak gepland maar in mijn hoofd zat ik al te bedenken wanneer ik de afspraak het beste kan afzeggen. Ik was op dat moment zo verbijsterd en ook wel een beetje verlamd door alles wat in de afgelopen driekwartier tegen me werd gezegd dat ik mijn frustratie niet direct kon uiten.
Toen ik naar buiten liep moest ik even bijkomen. Ik had er nog niet direct woorden voor. Nog steeds niet eigenlijk.
Weet iemand die dat soort dingen tegen een persoon in zo’n kwetsbare situatie zegt wat de consequenties kunnen zijn?
Gelukkig had ik ondanks een erg slechte nacht een redelijke dag. Daarom kan ik hierover eigenlijk meer lachen dan huilen, maar word ik vooral boos over de manier waarop met mij werd omgegaan. Gelukkig had ik genoeg mensen om me heen waar ik even stoom kon afblazen. Maar een ding weet ik zeker: Het had ook zeker anders kunnen aflopen.
Geef een reactie