Om naar haar therapie te gaan moet Lonneke een stukje met het openbaar vervoer reizen. Normaal is ze als een zonnetje, maar wat als je na een therapiesessie alleen nog maar behoefte hebt aan chocolade en slagroom?
De schuifdeuren schuiven achter mij dicht. De zon doet net iets te hard zijn best voor mijn aan het binnenlicht gewende ogen. Ik sla linksaf. Straks heb ik links en rechts van het voetpad en fietspad wuivend duingras. Ik ben zo voorzichtig als altijd bij het passeren van de verschillende kruisingen. De auto’s die van het Poortgebouw afkomen zijn zoals altijd beleefd en oplettend. De fietsers zijn dat zoals altijd niet. Op bevel van mijn OV-chipkaart gaan de poortjes open om mij het station in en even later uit te laten.
Ik volg braaf de blindegeleidestroken en zie mijn medereizigers enkel als voorbij dansende schimmen
Bus 246 komt over twee minuten. Bus 7 over tien. Ik wacht liever acht minuten extra dan dat ik vijf minuten langer moet lopen. De bankjes zijn nat. Ik heb liever een natte kont dan dat ik staande moet wachten. Een bedelaar spreekt mij aan. Ze krijgen nooit iets van me anders dan een koek, wat fruit of een flesje cola als dat toevallig in mijn tas zit. Ze krijgen wel een glimlach en een vriendelijke vraag ‘Hoe gaat het met je’, gesteld uit oprechte belangstelling waar ze soms wel en meestal niet op zitten te wachten.
Vandaag zit ik er niet op te wachten. Vandaag wil ik wezenloos voor me uit staren op het Stationsplein
Ik wil zelf mijn cola opdrinken. Er kan maar net iets van een glimlach rond mijn lippen spelen, maar ik weet dat mijn ogen niet meedoen. In de bus neem ik de voorste stoel in beslag. Vandaag niet vanwege mijn prikkelgevoeligheid. Vandaag wil ik gewoon elk restje energie dat ik kan besparen besparen. Sinds het sluiten van de schuifdeuren achter mij, voel ik steeds sneller de energie uit mij glippen.
Bij mijn halte stap ik uit. Ik vergeet vriendelijk naar de buschauffeur te zwaaien. Mijn tas met enkel mijn notitieblok, etui, agenda, telefoon en een leeg flesje cola begint steeds zwaarder te wegen. Ik laat de portiekdeur hard achter me dichtslaan, in plaats van hem subtiel te sluiten. In mijn huis trap ik mijn schoenen uit en plof op mijn bank.
Al dertien jaar hobbel ik van therapie naar therapie
Ik heb alleen nog nooit gehad dat ik na een therapiesessie alleen nog maar chocolade en slagroom kon eten, of cola en zoete limonadesiroop kon drinken. Misschien heb ik nog nooit gehad dat therapie zo ontzettend veel los bij me maakte?
Geef een reactie