Als jong meisje gaat Geeske samen met een vriendinnetje aan de wandel, ze gaan de wereld verkennen. Ze worden tijdens deze tocht benaderd door een man op een brommer. Een ingrijpende blog over seksueel overschrijdend gedrag.
Triggerwarning: Blog bevat seksuele uitspraken
Nog geen vier jaar zal ik geweest zijn
Een kleine meid met golvend lang blond haar dat is vastgebonden in een paardenstaart, met een versleten tuinbroekje van spijkerstof aan. Beetje bedeesd en zo onschuldig als ieder kind van die leeftijd is. Maar toch ook gezond nieuwsgierig naar de wereld. Ik ben niet de enige die graag meer van de wereld wil zien. Mijn vriendinnetje is iets ouder dan ik en even levenslustig.
Wanneer we samen op onze autoluwe straat zijn mogen we in de speeltuin spelen
De huizen in deze wijk zijn vijf jaar geleden gebouwd. In de wijk zijn meer speeltuintjes en daar zijn onze jonge geesten zich heel goed van bewust.
Al huppelend besluiten we naar de speeltuin in een achtergelegen straat te gaan. In de steeg naar de andere straat maken we koprollen we oefenen een handstand tegen het hoekhuis. Dat laatste lukt niet echt. Maar er staat wel een kleine konijnenren in de tuin. Het witte konijn dat erin zit heeft vast honger. Het dier drukt met zijn neus tegen het gaas met ronde openingen wanneer we in de buurt komen. We zien zijn tandjes wanneer hij gretig onze vingers probeert te pakken. Hij denkt vast dat onze vingers worteltjes zijn! We moeten er hard om lachen. Dom konijn! We plukken alle paardenbloemenblaadjes van het grasveld en voeren ze allemaal aan het gulzige konijn. In grote plukken stoppen we de bladeren in het gaas, waar het konijn ze met enige moeite tussenuit kan trekken.
We hebben het konijn goed verzorgd, we kunnen verder
Voldaan lopen we verder, het is niet ver meer. De speeltuin waar we heengaan is ongeveer even groot als de speeltuin in onze eigen straat, er is een klimtoestel van ronde houten palen en een grote zandbak. Het terrein is bestraat met vierkante grijze stoeptegels en is omzoomd door bosschages. Op sommige plekken zitten kuiltjes in de stoeptegels, die zijn om mee te knikkeren. Er staat ook een bankje, de voeten zijn van grijs beton, de houten planken van de zitting en de rugleuning zijn wat verweerd en al ruw geworden. Er zitten allemaal scheuren in het vergrijsde hout.
Mijn vriendinnetje en ik lopen langs de hoge struiken die om de speeltuin staan. Deze ‘bosjes’ bevatten altijd allerhande verrassingen voor wie goed zoekt. Verloren knikkers, mooie stenen. Ook lieveheersbeestjes!
We spitsen onze oren
We horen in de verte het luide geronk van een snelle brommer. De brommer, een rood met witte Honda MTX, rijdt in onze richting. Hij heeft in onze ogen enorme afmetingen. We staan er geïntrigeerd naar te kijken, de bestuurder geeft heel veel gas. Blijkbaar ziet hij ons staan, ondanks dat we nog heel klein zijn. Hij remt, rijdt vervolgens de stoep op en komt onze speeltuin dan met heel veel lawaai en slippende banden binnenrijden.
Mijn vriendinnetje en ik zijn inmiddels al wel wat bang geworden van zijn bruuske toenadering. We zijn ook diep onder de indruk van de vreselijk grote, oorverdovend luid brommende brommer, en ook van de grote hele jongen die erop zit. Ik pak mijn vriendinnetje bij de hand, we gaan snel op het verweerde bankje zitten. Ik zit links, zij aan mijn rechterkant.
Ik voel instinctief dat ik in gevaar ben
Mijn vriendinnetje voelt het ook. We hoeven niet naar elkaar uit te spreken dat we niet meegenomen willen worden. We gaan beide, met opgetrokken benen, een beetje scheef zitten zodat we de rugleuning van de bank kunnen omklemmen met onze armen. Zo houden ons stevig vast aan de bank. Als twee kleine bange vogeltjes. De bestuurder vindt dat leuk. Hij laat de brommer vlak voor onze neuzen steigeren en slippen op de stoeptegels. Het stinkt erg naar uitlaatgas. Ik vind het vies. Ik wil heel graag weer thuis zijn.
De jonge man, jaar of 20, raakt kennelijk verveeld en opent zijn vizier
“Wie zijn jullie?” vraagt hij ons.
Twee bange kleine meisjes zijn verstrengeld met het bankje. We durven niets te zeggen. De man ziet het. Hij grijnst.
“Durven jullie niet ofzo?” vraagt hij ons.
Hij krijgt geen geen antwoord. Hij besluit meer te provoceren.
“Jullie mogen wel mee op de brommer. Dan gaan we naar het kanaal. Dan mogen jullie mijn piemel wel zien. Jullie passen wel achterop.”
Twee kleine meisjes op een bankje begrijpen het niet zo heel goed. Het bankje blijft de meest veilige haven in de buurt. Onze verwarring is zichtbaar.
Hij vervolgt zijn verhaal: “Meisjes zitten graag aan mijn piemel. Ze likken er ook aan. Net als een ijsje. Dan vinden ze fijn. Bij het kanaal doen ze dat. Jullie zijn ook meisjes. Jullie gaan dat ook bij mijn piemel doen. Dat vinden jullie lekker”.
Hij legt daarna uit wat we wat bij hem moeten gaan doen op die plek en hoe dat gaat.
Hij wordt een beetje ongeduldig. “Kom nu maar achterop op de brommer, dan gaan we.”
Mijn verwarring is volledig
Een piemel als ijsje? Ik geloof geen moment dat een meisje dat ooit zou doen. Dat is vies. Hij had me evengoed met een broodje poep kunnen verleiden… Ik ril van afkeer. De enge man maakt hele vieze grapjes. Ik wil echt heel graag wegrennen maar durf dat nog steeds niet. Mijn vriendinnetje en ik komen niet los van het bankje.
Na wat een eeuwigheid lijkt wordt de man onrustiger. Hij laat de grote brommer dan opeens omdraaien en racet de speeltuin op hoge snelheid uit. Mijn vriendinnetje en ik zetten het direct op een rennen. Vijf minuten later komen we puffend en hijgend weer aan in onze eigen straat. Zij holt snel naar haar huis en ik hol naar het mijne.
Ik loop mijn huis op tenen binnen
Mijn vader en moeder zijn er beide. Ik kijk of ik ze aan kan spreken, of het rustig is. Ik waag het erop, ik vertel mijn ouders wat er gebeurde. Ik vertel van de man op de brommer, wat hij van ons wilde, vertelde dat ik mee moest naar het kanaal. Zelfs het hele vieze gedeelte dat ik hem moest likken durf ik hardop uit te spreken, terwijl ik weet dat daarover praten streng verboden is in huis. Mijn ouders zijn erg kortaf. Ze willen er helemaal niets van weten. Ze zijn boos op me dat ik dit aan ze vertelde. Ik mag er niets meer over zeggen. Het is geheim. En ik moet voor straf naar boven omdat ik heb gelogen.
Dit is mijn eerste ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag. De les die ik leerde is dat het geheim gehouden moest worden. Dat het, ongeacht wat het was, je eigen schuld is en dat je het aan niemand mag vertellen. Het leidde tot verwarring.
Echter… Bij mijn vriendinnetje ging het anders
Mijn vriendinnetje vertelde haar verhaal aan haar ouders. Die negeerden of straften haar niet. Haar ouders stapten die middag op de fiets om de dader te zoeken in de buurt, ze schakelden daarbij hulp in. Ze zochten uren. Ze schakelden ook de politie in. Ze deden zelfs officieel aangifte. Ze gingen ook naar de basisschool in de buurt in om andere mensen te waarschuwen voor deze man.
Ze waren daarnaast ook boos en teleurgesteld dat mijn ouders er niets van wilden weten toen ze hen benaderden. Haar ouders probeerden hun boosheid daarover niet op mij over te brengen, ze deden erg hun best. Het lukte maar half. De worsteling bleef nog jaren voelbaar.
Twee kleine meisjes op een bankje.
Geef een reactie