Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Jim van Os

Jim van Os is een herstelgerichte psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht.

Jim van Os werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Jim is ook familielid van mensen met psychosegevoeligheid.

Jim van Os schreef deze toegankelijke boeken:

Trauma Begrijpen in 33 vragen

Psychose Begrijpen in 33 vragen

Neurodiversiteit Begrijpen in 33 vragen

We zijn God niet

Vergelijk bijwerkingen met de Antidepressiva Keuzetool

Keuzetool- vergelijk antidepressiva

Trouwe lezers van PsychoseNet vragen ons al tijden of we onze antipsychotica keuzetool niet willen uitbreiden met een antidepressiva keuzetool. En nu, dankzij hard werk van onze vrijwilligers bij de redactie, is het gelukt en introduceren we met trots onze antidepressiva keuzetool.  Vergelijk de bijwerkingen van je antidepressiva.

Antidepressiva kunnen nare bijwerkingen geven. Dit verschilt per medicijn. Je kunt niet van tevoren voorspellen welk middel bij jou het beste zal werken, het is een kwestie van proberen. Gelukkig zijn de bijwerkingen van antidepressiva wat beter te voorspellen.

Wat is het principe van de antidepressiva keuzetool?

De nieuwe antidepressiva keuzetool is op dezelfde leest geschoeid als de antipsychotica keuzetool.

Dit zou je kunnen samenvatten als:

1. We niet kunnen voorspellen hoe middel X en middel Y het zullen gaan doen bij persoon Z.

2. Wat we veel beter kunnen voorspellen is welke bijwerkingen middel X en middel Y zullen geven bij persoon Z.

3. Met andere woorden: de bijwerkingen van een antidepressivum (of antipsychoticum) zijn voorspelbaarder dan de werking, dus kun je beter kiezen op het bijwerkingenprofiel.

Maar een middel kiezen is slechts het begin, je moet je ook voorbereiden op gepast gebruik van het middel.

Wat is goed gebruik van medicijnen in de psychiatrie?

Het probleem is dat er geen algoritme is in de psychiatrie dat gaat voorspellen hoe middel X bij persoon Y gaat aanslaan. De één reageert erop als een wondermiddel, de ander wordt er doodziek van. Alle medicamenten die worden gebruikt in de psychiatrie zijn in feite experimenteel: we weten niet hoe ze werken en we weten niet goed wat ze gaan doen bij de persoon (positief EN negatief).

Goed gebruik van medicijnen komt daarom neer op het volgende:

1. De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt, en is zich bewust van, het experimentele karakter van het voorschrijven van een antipsychoticum / antidepressivum en laat zich niet misleiden door het idee dat alles veilig is vastgelegd in richtlijnen en protocollen die altijd bij iedereen geldig en valide zijn.

2. De voorschrijvende arts heeft geleerd om te werken volgens het principe van ‘samen beslissen’. Samen beslissen is gebaseerd op gelijkwaardigheid van ervaringskennis en professionele kennis. Het betekent dat de arts goed naar jou luistert en probeert te handelen op een manier die aansluit bij jouw waarden.

Dus de arts kan je niet zomaar overrulen: in principe sluit de manier van handelen bij wat jou het beste ligt. Dit klinkt eenvoudig, maar is het in de praktijk niet. Slechts een minderheid van de artsen doet echt aan ‘samen beslissen’, blijkt uit onderzoek in Nederland. Herinner je arts daarom aan de principes van ‘samen beslissen’.

3. Als de voorschrijvende arts/psychiater een antipsychoticum / antidepressivum voorschrijft, dan zorgt hij er voor dat de effecten nauwkeurig worden bijgehouden, geëvalueerd en serieus genomen, vooral vanuit het perspectief van de patiënt en zijn netwerk.

4. De voorschrijvende arts/psychiater is zich er terdege van bewust dat er naast therapeutische effecten ook ongewenste bijwerkingen kunnen optreden die allerlei vormen kunnen aannemen, inclusief de vorm van psychische symptomen zoals depressie, psychose, manie, angst en vele andere dingen.

5. De voorschrijvende arts/psychiater aarzelt niet om het medicament weer te stoppen als blijkt dat het niet werkt, of maar minimaal, en/of als er te veel ongewenste bijwerkingen zijn.

6. De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt goed dat veel van de therapeutische effecten die optreden bij het voorschrijven van een medicament niet zozeer worden veroorzaakt door het medicament zelf, maar door de hoop, perspectief, positieve verwachtingen en het helende effect van het medische ritueel en de begeleidende relatie met de hulpverlener (“placebo-effect”). Dit is belangrijk, want als het placebo-effect een grote rol speelt kan de dosis van de medicatie worden geminimaliseerd of zelfs gestopt.

7. De voorschrijvende arts/psychiater begrijp dat langdurig gebruik van een antipsychoticum / antidepressivum veranderingen teweeg brengt in het brein waardoor mensen niet zomaar meer kunnen stoppen en prompt “rebound” kunnen krijgen als de medicatie wordt gereduceerd of gestopt.
De arts begrijpt in zo’n geval dat dit geen terugval is van de oorspronkelijke kwetsbaarheid maar het gevolg van breinveranderingen die kunnen worden samengevat on de noemer “oppositional tolerance”.

8. De voorschrijvende arts/psychiater is niet alleen expert in het voorschrijven van medicatie, maar ook in het afbouwen van medicatie (de-prescribing). Dus mensen veilig van medicatie afhelpen zonder ze terug te jagen in een nieuwe episode van psychose / depressie / manie / angst.

Vergelijk bijwerkingen antidepressiva

Ok, nu weet je voldoende om eventueel een medicijn te gebruiken

Als je bovenstaande tot je hebt genomen ben je redelijk geïnformeerd en kun je je eigen medicatie beter sturen en beheren.

Heel veel succes!

Groet Jim

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *