1995, ik was 25 jaar en ik werd opgenomen in een verslavingskliniek voor mijn alcoholprobleem. De therapie sloeg niet aan en er werd besloten om mij over te plaatsen naar de PAAZ afdeling van het ziekenhuis.
De psychiater en hulpverleners deden hun best om mijn geestelijke situatie in te schatten en een oplossing te zoeken om mij weer op de rit te krijgen. Het lukte om van de drank af te blijven en ik had er geen moeite mee.
Achter mijn alcoholverslaving lag een probleem verscholen
Als twintiger voelde ik me vaak eenzaam en onbegrepen. Ik was nog druk bezig was met het ontwikkelen van mijn persoonlijkheid. Ik had een zware baan in de zwakzinnigenzorg. Achteraf is deze combinatie te zwaar gebleken. Ik moest de rust en het overzicht terug zien te vinden, maar die kwamen niet. De enige oplossing was een opname. De psychiater kon geen diagnose stellen en verwees mij na enkele weken door naar een ggz-instelling waar ik 5 maanden bleef.
Er volgden een paar gesprekken en al snel stelde één persoon de diagnose schizofrenie
Ik schrok me rot. Ik had nog nooit van schizofrenie gehoord en had geen idee wat het inhield. Voor mijn behandeling werd ik direct op 300 mg Clozapine gezet. Dat was voor mij niet meer dan een pilletje. Een pilletje waardoor ik hoopte me beter te gaan voelen.
‘Dit middel moet je de rest van je leven blijven slikken,’ zei mijn behandelaar met nadruk. ‘Als je ermee stopt, stort je volledig in.’ Hij legde uit dat er dan geen land meer met me te bezeilen zou zijn: het zou nooit meer goedkomen met mij.
Nu weet ik dat ik er meer aan had gehad als hij had gezegd dat ik flink overspannen was. Dat ik eerst een periode van rust moest inlassen en na een poosje kijken hoe het met me ging. Maar het liep anders. Ik werd behandeld en na een paar jaar werd gezegd dat ik was uitbehandeld omdat ik therapieresistent zou zijn. De grond zakte onder mijn voeten vandaan.
Na enige jaren begon ik me af te zonderen
Ik verbrak alle sociale contacten omdat de meeste mensen moeite hadden met mijn ziektebeeld. Gelukkig had ik nog fijn contact met mijn familie en een handjevol mensen dat mij nooit in de steek zouden laten.
Ondanks mijn diagnose had ik zelf sterk het gevoel dat ik helemaal geen schizofrenie had. Ik had de symptomen niet: geen psychoses, geen waandenkbeelden en ik hoorde geen stemmen. Er brak een periode aan waarin ik vreselijk verdrietig was. Nog later kon ik niets meer voelen. Geen emotie en geen warmte. Ik voelde me alleen maar vreselijk.
Iedere dag dat ik de pillen moest slikken dacht ik: waarom moet ik dit doen?
Ik kreeg ze amper weg en werd er letterlijk en figuurlijk doodziek van. De bijwerkingen werden zo ernstig dat ik niet meer kon slikken en niet meer in bus, trein of vliegtuig durfde te zitten. Zo werd zelfs mijn jaarlijkse reisje naar Engeland – het enige waar ik nog naar uitkeek – ook nog van me afgenomen.
Ik leefde 18 jaar lang in een isolement. Een gevangenis waar ik niet uit kon komen. Ik kreeg zeer ernstige dwanghandelingen en gedachten om maar niet de controle over mijn leven te verliezen. Ik zat helemaal klem en kon geen kant meer op. ‘Waar leef ik nog voor?’, heb ik vaak gedacht. Maar mijn geloof en mijn innerlijke kracht hielden me op de been.
2015, het is 20 jaar na mijn diagnose schizofrenie
Ik heb het gevoel dat ik opnieuw met een psychiater moet gaan praten omdat ik er nog steeds van overtuigd ben dat ik geen schizofrenie heb. Mijn vermoeden werd tot mijn ontsteltenis bevestigd. Ik was zo blij en opgelucht dat ik de volgende dag ben begonnen met het afbouwen van de Clozapine.
In de maanden daarna ging het alleen maar beter met me. Ik kon weer normaal nadenken en wilde erop uit. Het echte moment dat ik werd verlost van mijn kwelgeesten was op de sterfdag van mijn lieve – en veel te jong gestorven – zus. Jarenlang kon ik niet bij mijn emoties, kon ik niet huilen. Nu huilde ik dagenlang. Waar ik ook was. Ik was blij met mijn nieuwe leven en had geen dwang meer. En dat is zo gebleven.
Ik ben tot het diepst van mijn ziel gegaan. Een soort bovennatuurlijk licht kwam over mij en gaf mij het vertrouwen dat ik een nieuw leven kon gaan opbouwen.
Het is bijna 2016 en het gaat het zeer goed met me
Met de angsten heb ik afgerekend. Ik kan het leven weer aan en ga het zo inrichten zoals ik het altijd graag heb willen doen. Ik ben activiteitenbegeleider van beroep en wil opnieuw mensen gaan helpen en ondersteunen.
Die achttien verloren jaren krijg ik nooit meer terug maar ik heb er wel van geleerd, want het leven is één grote les. Het allerfijnste is dat mijn emoties weer terug zijn gekomen. Ik kan weer huilen en lachen.
De nacht is voorbij, de dag breekt weer aan. Iedere dag opnieuw.
Allard
Geef een reactie