Het valt Rianne op dat we als maatschappij niet echt goed zijn in voelen (er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen). Nou ja ‘positieve emoties’ daar is wel ruimte voor zoals vreugde en liefde, maar verdriet, boosheid, angst, afkeer, schuld en schaamte dat willen we liever niet voelen. Hoe werkt dat? “Al je emoties hebben je iets te vertellen over wat je gelooft.”
Als kinderen vallen mogen ze wel huilen maar als het te lang duurt krijgen ze al snel de boodschap ‘nou zo is het wel genoeg toch, over, kusje erop’. Of ik hoor jongens zeggen, ‘echte mannen huilen niet’. Hiermee ontkennen mensen een wezenlijk stuk van het menszijn, namelijk dat mensen emoties voelen en dat deze willen doorstromen/bewegen.
Ruimte voor voelen maken we over het algemeen niet echt
of we laten het wat oppervlakkig toe. Ik vind het super interessant hoe woorden en emoties zo onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. Woorden die we uitspreken zijn eigenlijk niets, ze zijn gebakken lucht. Wij zelf geven de woorden betekenis en waarde. Als twee mensen het woord ‘olifant’ horen, horen twee mensen iets anders, de één denkt misschien aan zijn reis in India met prachtige kleuren en herinnert de olifant in het water, de ander ervaart het woord misschien wel als scheldwoord omdat deze persoon worstelt met zijn gewicht.
Wat woorden betekenen en raken in ons, gaat dus zelden over de ander, maar over onze eigen overtuigingen, waarden en ervaringen. Dat is belangrijk om even tot je door te laten dringen, want alles en dan ook echt alles wat je ziet is een projectie van jouw eigen waardeoordeel. Eigenlijk vind ik dat gewoon een superpower, want het maakt ons geen slachtoffer van het leven maar geeft ons een actieve rol in ons eigen levenspad, om te spelen met creatie.
De emoties die we voelen door onze eigen woorden of de woorden van anderen vertellen ons iets
ze geven ons innerlijke richting. Ik schreef ‘positieve emoties’ bewust tussen haakjes want we kunnen ons afvragen of er wel iets bestaat als positief en negatief als het gaat over emoties, want ook dat is een waardeoordeel dat we zelf geven. Maar ik snap als geen ander dat sommige emoties zeer oncomfortabel voelen. De vraag is: is er ruimte om te ‘zijn’ in deze oncomfortabele gevoelens. Durven we deze te laten doorstromen? Durven we comfortabel te worden in het oncomfortabele. Een maand geleden had ik in de leertherapie tot izr-practitioner zo’n ervaring, zeer oncomfortabel en toch bijzonder. De emoties waren overweldigend, het voelde als een tornado van verdriet, angst, en boosheid. Wat ik overigens herken uit de periode dat ik in de psychiatrie zat, het ging dan richting paniekaanval gevoelens.
Maar dit keer zei de facilitator enkel ‘kom maar liggen op de grond’ ‘voel maar’. Voor de rest was er stilte. Daar lagen we samen op de grond en ik heb nog nooit zo gesnikt en gehuild en de ruimte gekregen de pijn, verdriet en overweldiging te mogen voelen, het was zo pijnlijk en mooi tegelijk want er was aanwezigheid zowel van de facilitator als van mij.
Inmiddels ben ik 32
en ben ik vanaf mijn 14de tot 23ste in therapie geweest en in al die jaren was er niemand die dat aandurfde. Vaak was de boodschap ‘je mag deze overweldigende emoties niet voelen’, als ik aangaf dat mijn emoties hoog opliepen binnen klinieken dan kreeg ik een pammetje dat de emoties zou dempen of ik moest maar afleiding zoeken, of ik moest positief denken. Gevoelens die voortkomen uit trauma zijn vaak overweldigend en van alles door elkaar en zelfs tijdens emdr (traumaverwerkingstherapie) werd op het moment-supreme afleiding gezocht door tikjes of oogbewegingen, focus op iets anders. Maar voelen wat er werkelijk pijn deed daar was geen ruimte voor.
Eindelijk mocht in dat speciale moment alles doorstromen wat al die jaren niet gevoeld mocht worden. Het heeft me zo verbaasd nu terugkijkend naar het verleden. Want het is zo simpel om iemand de ruimte geven om te voelen, met aanwezigheid daarbij te blijven en dat gebeurt zo weinig. Ik moet denken aan het prentenboek ‘we gaan op berenjacht’. Het gaat een soort van zo ‘Oh daar is een grote modderpoel, we kunnen er niet overheen, we kunnen er niet onderdoor, we kunnen er niet omheen, we moeten er dwars doorheen. Platsj platsj platsj’ We kunnen ook door deze heftige emoties heen, kunnen ze verdragen en doorspoelen, als tranen die schoonspoelen. Ook emoties zijn dynamisch en ebben weer weg en komen weer terug en gaan weer. Maar wij zijn deze emoties niet. Je bent de diamant, de heelheid of bewustzijn die alles ervaart.
Al je emoties hebben je iets te vertellen
over wat je gelooft en wat je tot jouw waarheid maakt. Stel dat je zou zeggen ‘nou bij mij werkt dat niet zo, en ik ben gewoon altijd somber, of ik voel gewoon niets’. Dan is ook dat een overtuiging en geloof in het moment dat je tot jouw waarheid hebt gemaakt. Ik schrijf bewust ‘in het moment’ want wat nu niet is kan weer veranderen. Het is ook helemaal niet goed of fout. Het is juist zo mooi om liefdevol gewaar te worden, ‘Wat wil dit vertellen over mij?’ ‘Wil ik dit nog langer geloven?’ ‘Heb ik dat ergens voor nodig?’.
Soms merk ik dat ik gespannen ben voor situaties (mijn ervaring). Of kom ik erachter dat ik overtuigingen nog geloof die ik in de loop van mijn leven heb gecreëerd. En bovendien nog vasthoud. Steeds meer ervaar ik dat ik niet bang hoef te zijn voor mijn eigen gedachten, mijn eigen gevoelens en eigen ervaringen. Ik ervaar dat ik de waarnemer ben van dat alles en ermee kan zijn.
Sydney Banks de grondlegger van de 3 principes zei het mooi;
“If the only thing that people learned was not to be afraid of their experience, that alone would change the world.”
Geef een reactie