Peter Pijls vertelt in dit blog hoe hij leerde leven met zijn manieën en depressies en hoewel hij niet gelovig is, voelt hij zich wel thuis bij katholieke mystieke verhalen of taoistische filosofen. “Zonder kruisiging geen verlossing”.
Als bipolair weet ik wat depressies zijn. Sommige duurden een paar maanden, andere een jaar. Als kind al was ik of Himmelhoch jachzend, of zum Tode betruebt. Dat zou altijd zo blijven. Tot ik op mijn 43ste de diagnose bipolair kreeg en werd ingesteld op medicatie. Sindsdien houdt een chemisch harnas mij in bedwang. Ik laat het graag gebeuren. Ik verloor wel genoeg mensen door vormen van ontremd gedrag: de donkere nacht van mijn ziel was voorbij.
Sindsdien probeer ik een zuivere schim in een vervuilde wereld te worden
Een hele ambitie, ik geef het toe. Ik heb dan ook wat goed te maken: een mislukt huwelijk, een gefnuikte journalistieke loopbaan. Dan onderging ik 7 amputaties door artiosclerose, waardoor ik rolstoelgebonden ben. Had ik maar niet zoveel sigaretten en jointjes moeten roken.
De mysticus Sint Jan van het Kruis zag de donkere nacht van de ziel als een louterende ervaring
Uit de categorie zonder kruisiging geen verlossing. Tegenwoordig reppen Aquarius-types liever van kundalini-ontwaken. Van mij mogen ze: het principe lijkt mij hetzelfde. Gelieve uit dat ontwaken geen overspannen conclusies te trekken. Ik vertrouw tegenwoordig vooral op mijn gezonde verstand. Aan mijn lijf geen new age-polonaise.
Ik genoot een katholieke opvoeding en trok daar vooral de conclusie uit dat alle geloof bijgeloof is
Voor mij telt voornamelijk de ratio, de feiten, de bewezen wetenschap. En laat dat nou net het probleem zijn met GGZ-diagnoses. Die zijn vooral gebaseerd op aannames en nattevingerwerk. Mensen kunnen psychotische verschijnselen hebben, zeker. Alleen kijken andere culturen, sjamanistische bijvoorbeeld, daar heel anders tegenaan. Wat hier als een gevaarlijk ziektebeeld geldt, kan elders ter wereld een middel zijn om contact te maken met de geesten van de voorouders.
In een grijzer verleden was ik vaak rand-psychotisch
Eens steeg ik op uit mezelf en maakte een reis door de kosmos, ja zelfs dwars door zwarte gaten. Ik ontmoette de christelijke god, naast Boeddha en Allah. Het was dermate filmisch realistisch, dat ik me nauwelijks kon voorstellen dat ik hallucineerde. Toch denk ik nu dat ik slechts ziek was in mijn denken. Dat gold ook voor de stemmen die ik jarenlang hoorde. Ze prezen me de hemel in, of probeerden me de dood in te jagen. Achteraf gezien rookte ik in die tijd veel te sterke wiet, wat de stemmen triggerde.
Tegenwoordig rook ik alleen nog maar slappe ganja, als ik het al doe
De alcohol zwoer ik af, al zal ik mezelf nooit een ex-verslaafde noemen. Wel een eeuwig herstellende verslaafde. Ik leerde te vluchten in schoonheid. Ik probeer wel eens een gedicht te schrijven, en ik ben Europees kampioen Platonisch verliefd worden. De rolstoel bezorgt me een beperkte actieradius. Op vakantie ga ik al 12 jaar niet meer. Tegenwoordig is mijn dakterras mijn strand en mijn safari. De wolkenpartijen boven me zijn iedere dag weer anders. En de gratis sterrenhemel ’s nachts is mijn hallucinatie.
Ik bestudeer al decennia de taoistische filosofen Lao Tze en Zuangh Zi
Zij leerden mij met humor, anarchisme en relativering naar het leven en mijzelf te kijken. We bewandelen allemaal de levensweg, bestemming onbekend. De dood is de enige zekerheid in het bestaan, en ook daar legde ik me bij neer. Want straks naar de eeuwige jachtvelden vertrekken lijkt me wel zo rustig: nooit meer stomme telefoontjes hoeven plegen, om van inkomende appjes maar te zwijgen. Lang leve de Dood!, schreef Gerard Reve al.
Voorlopig vier ik nog even het leven
Mijn stralende dag van de ziel zit er nog niet op. De crises van mijn geestelijke identiteit liggen achter me. Ik legde me neer bij de betrekkelijke nietigheid van mijn bestaan, maar zie ook het wonder ervan. We zijn allemaal bezielde brokjes sterrenstof. In mijn geval enigszins aan mootjes gehakt door een vaatchirurg, maar toch.
Mijn katholieke doopnaam is Petrus. Dat betekent: rots
Ik werd het vanzelf. Gewassen door alle wateren van het leven houd ik me staande in de branding van mijn tijdsgewricht. Alleen, maar niet eenzaam.
Een sober, solitair bestaan, daar gedij ik bij. Mijn eenpersoons kloosterorde, zonder televisie, zonder stereo-installatie, biedt geen ruimte voor drama en ophef. Zo’n leven kan ik iedereen aanbevelen, al moet je bestand zijn tegen afzondering en stilte. Mijn depressies zijn verleden tijd. Stemmen hoor ik niet meer. Mijn ziel is gelouterd. De rest van mijn leven kan beginnen, de nacht voorbij.
Geef een reactie