Ik leerde hem kennen in de zomer van 2014. Hij had net een opname in het ziekenhuis achter de rug, en was er nog helemaal niet goed aan toe. Nog steeds kampte hij met ernstige zelfmoordgedachten en wist hij niet hoe hij de draad van zijn leven opnieuw moest oppakken. Hij was blij met mijn bezoek.
Hij raakte me door de manier waarop hij zijn best deed om niet te laten zien hoezeer hij leed. Ondanks zijn pijn, had hij zijn hele huis gepoetst omwille van mijn komst. En hoewel hij mij dat toen niet vertelde, had hij voor de koffie die hij mij aanbood, eigenlijk geen geld.
We gingen samen op pad. Het op zoek gaan naar die nieuwe weg bleek geen simpele opgave. Langzamerhand merkte ik, hoe hij er in slaagde meer en meer zichzelf te kunnen laten zien.
Maar het werd me meer en meer duidelijk dat hij na jarenlange psychiatrie eigenlijk niet meer wist wie hij was
Ik merkte hoe hij meer en meer op zoek ging naar een diagnose. ‘Zou het kunnen dat ik psychotisch ben, Caroline?’, vroeg hij. ‘Misschien ben ik wel bipolair, dat kan verklaren waarom ik maar zo blijf schommelen.’
Elke week weer vroeg hij me wat er met hem scheelde, en iedere week probeerde ik hem te laten zien hoeveel mooie kanten hij had, die hij zelf niet meer zag.
We hadden het over stigma en herstel
En hoe dat oordeel van andere mensen enorm in de weg kan staan om je pad weer terug te vinden in het leven. Of soms ook het oordeel wat je jezelf op legt. Wanneer je genoeg hebt gehoord dat je er niet bij hoort, ga je dat immers meestal ook zelf geloven. En wanneer je het zelf genoeg gelooft, ga je je er ook naar gedragen.
We hebben lang gezocht naar een manier waarop hij weer kon zien wat hem juist zo’n prachtig mens maakte. Gek genoeg vonden we ons antwoord op een plaats waar ik het nooit had verwacht. Op kantoor. Bij de psychiater. Na een lang testonderzoek. Zijn diagnose.
Hij heeft een fantastische psychiater
Zo één die perfect weet hoe ze mensen weer energie kan geven. En dat het niet helpt mensen te vertellen wat ze allemaal niet meer kunnen. Dat het niet helpt om etiketten op je hoofd te krijgen geplakt. Hoewel er drie diagnoses uit het onderzoek kwamen – bovenop die vierde diagnose die hij al kreeg toen hij veertien was – besprak ze er niet één.
Toen we wegliepen uit het kantoor van de dokter, vertelde hij me dat hij wat teleurgesteld was. Hij zei me dat hij had gehoopt vandaag eindelijk te weten wat er nu precies mis met hem was. De psychiater had hem in het hele uur dat we samen zaten, geen enkele van zijn diagnoses meegedeeld maar wél gesproken over zijn mogelijkheden. Wat verklaarde nu waarom hij het zo moeilijk had? Hij zei dat hij had gehoopt op een antwoord. Hij moest vanavond naar zijn vader bellen en hem uitleggen wat er met hem aan de hand was. Maar hij had het gevoel dat hij niet wist wat hij hem moest vertellen.
Er volgde toen een lang gesprek over kwetsbaarheid
Samen schreven we op een briefje zijn diagnose. Een steuntje in de rug voor het telefoontje naar zijn vader. Op het briefje schreven we echter niet wat hij zou terugvinden in de handboeken van de psychiatrie. We stonden – net als in het kantoor van de psychiater – stil bij mogelijkheden. Niet dat hij een persoonlijkheidsstoornis had, wél dat hij moest opletten dat hij zichzelf niet volledig wegcijfert om graag gezien te worden door andere mensen. En dat hij minder vaak last zou hebben van leegte, als hij zou oefenen om tegen anderen te zeggen wanneer hij verdriet had, of boos was.
Onderweg naar huis, stelde ik me de vraag of we niet allemaal wat last hebben van zijn diagnose. Doen we niet allemaal onwijs ons best om graag gezien te worden?
Heb jij het ook zo moeilijk om jezelf goed genoeg te vinden? Om niet je eigen grootste criticus te zijn. Opnieuw diezelfde conclusie: we zijn allemaal kwetsbaar.
En onze enige opdracht in het leven is om te leren hoe we met die kwetsbaarheid moeten leren omgaan
Niet door deze ondanks alles te proberen te verstoppen, maar net door heel goed te weten waaruit ze bestaat, en te leren hoe je je kan wapenen tegen de valkuilen hiervan. Want eigenlijk waren zijn diagnoses niet meer dan dat: valkuilen van waar hij goed in was. Sinds die zomer in 2014 leerde ik hem kennen als een man die iets wilde betekenen voor anderen, voor iemand wilde zorgen.
Ik sprak hem woensdag opnieuw. Hij had zijn briefje nog steeds bij zich. En hij vertelde me waar hij goed in was, en waar hij op moest gaan letten in de toekomst. Hij vroeg me of ik hem daarbij wilde helpen.
En ik voelde aan álles, dat zijn herstelproces in gang was gezet
Op zijn briefje stonden zijn vier diagnoses in zijn woorden, zijn nieuwe mogelijkheden. Zijn krachtige kwetsbaarheid. En hij vertelde mij dat hij niet meer wil veranderen, dat hij wou omarmen wie hij was.
Hij voelde zich opnieuw verbonden.
Geef een reactie