Via een datingsite spreek ik af met een jongen van ongeveer mijn leeftijd. We hebben al een week intensief gemaild en foto’s uitgewisseld. Dan weet je tenminste wie er voor je staat. We spreken af in het café van het COC. Ik ben enigszins nerveus en drink vooraf thuis een biertje. Ik ben ruimschoots op tijd en ga aan de bar zitten. Het is pas 19.00 uur en de bar is nog vrijwel leeg, alleen aan een tafeltje bij het raam zitten twee meisjes.
Een kwartier te laat arriveert hij samen met een vriend van hem. Ze moesten nog tanken en er stond een file op de autosnelweg richting het centrum. Hij biedt hiervoor zijn excuses aan. Het is een nette vriendelijke jongen. In de tussentijd heb ik gezellig gekletst met de de dame achter de bar. We drinken een biertje met z’n drieën. Mijn date zegt dat hij naar de wc moet, loopt weg, draait zich om en knipoogt naar me. Ik denk dat hij nu meer wil en in mijn onzekerheid volg ik hem richting de wc’s.
In de gang bij de toiletten staat hij met zijn rug tegen de muur en ik loop naar hem toe
Hij begint me hevig te zoenen. Het verrast me, maar ik ben erg opgelucht dat hij mij ziet zitten. We gaan weer terug naar de bar en praten nog een tijdje. We spreken af dat we morgen elkaar bij mij thuis zien. Helemaal gelukkig loop ik naar huis: eindelijk heb ik iemand gevonden.
De volgende dag staat hij op tijd voor de deur. Ik krijg een kus van hem. We besluiten om een boswandeling te maken en daarna in een cafeetje een hapje eten. Zo spreken we aantal keren per week af waarin we veel samen doen. We zijn erg gelukkig met elkaar. Alles is rozengeur en maneschijn.
We hebben nu een maand een relatie en ik ben erg blij dat ik iemand gevonden heb
Ik heb hem niets verteld over mijn psychoses. Dit durf ik niet want ik ben dat hij het dan uitmaakt. De laatste dagen heb ik slecht geslapen, de onzekerheid en angst zijn weer toegenomen. Ik begrijp het niet, ik heb nu toch een fijn leven?
Ik maak een afspraak met mijn behandelaar om dit met hem te bespreken. Ik slik al een tijd geen antipsychotica meer vanwege de vervelende bijwerkingen. Ik was afgevlakt en dik geworden. Hij schrijft me een nieuw antipsychoticum voor met minder bijwerkingen. Ik krijg een middelmatige dosering. De medicatie slaat goed aan: ben niet duf en niet zo afgevlakt in verhouding met mijn ‘oude medicatie’. Eindelijk is er een oplossing voor mijn psychotische gevoeligheid! Nu ga ik de medicatie trouw innemen. Van binnen juich ik!
We spreken weer af, nu bij hem thuis. We gaan op zijn kamer op de bank zitten en hij begint me te knuffelen. Ik merk dat ik het minder fijn vind dan de vorige keer. Hij vraag wat er is en ik zeg dat er niks is. Maar ik voel me steeds onzekerder worden.
Ik geniet er niet meer van; ik onderga het. Ik wil hier weg!
Ik zeg dat ik me ziek voel en dat ik grieperig begin te worden. Ik vraag hem om me naar het station te brengen. Onderweg in de auto naar het station zeg ik weinig. We geven een afscheidskus in de auto en spreken af dat we morgen bellen. In de trein pieker ik hoe het toch kwam dat ik weinig behoefte had aan aanraking. Zou het door de nieuwe medicatie komen? Thuis aangekomen lees ik de bijsluiter nog eens goed en inderdaad, er staat dat libidovermindering regelmatig kan voorkomen.
De dag erna bel ik hem op en zeg dat ik me beter voel en dat ik hem snel weer wil zien. Die avond spreken we af en we gaan naar de film. Daarna gaan we naar huis en zitten op de bank. Hij begint hij me te strelen, ik kan er niet meer van genieten. Hij merkt dit en vraag waarom ik zo gespannen ben? Het floept er ineens uit; ik vertel hem dat ik medicatie moet slikken.
Nu vertel ik hem het hele verhaal over mijn verleden met psychoses en depressies
Dit lucht enigszins op maar het maakt me ook erg onzeker of de relatie wel zal standhouden. ’Goed dat je het me hebt verteld, nu begrijp ik je beter,’ zegt hij. Hij staat op en gaat naar huis en zegt dat hij me morgen zal bellen.
De volgende dag wacht ik op zijn telefoontje. Hij moet mij bellen; dan hoor ik of hij verder met me wil en weer wil afspreken.
Hij belt maar niet, en ’s avond bel ik hem. Hij neemt op en ik vraag het met hem gaat.
‘Prima – met mij,’ zeg hij, ‘maar met jou iets minder.’
Ik schrik me dood, heb het gevoel alsof ik betrapt ben. Hij zegt me dat hij liever geen relatie wil hebben met een psychiatrische patiënt.
Chris Zuidenberg (pseudoniem) is ervaringsdeskundige. Hij heeft in het verleden enkele zware pscyhoses en enkele minder zware psychoses doorgemaakt, met aanverwante depressies. Hij werkt voor de Universiteit Maastricht.
Meer blogs van Chris Zuiderberg:
Geef een reactie