Anderhalf jaar geleden vertrok ik naar de Verenigde Staten om deel uit te gaan maken van de Windhorse Community Services (WCS) in Boulder. Dit is een gemeenschap georiënteerde geestelijke gezondheid organisatie met de volgende kernwaarden:
- iedereen is in de kern geestelijk gezond en geestelijke gezondheidsproblemen zijn secundair hieraan;
- geestelijk ziek bestaat niet;
- het doel is wederzijdse groei door vriendschap, zorg dragen en betekenis;
- een gezonde omgeving is cruciaal voor groei;
- wij zijn allemaal mens en niet patiënt of hulpverlener;
- iedereen woont in een eigen huis.
Op papier zijn er patiënten en werknemers, in de alledaagse gang van zaken zijn we allemaal gewoon mens
Samen vormen wij teams. Ons team bestaat uit Adriaan, 23 jaar en zeer psychosegevoelig, zijn familie, een psychotherapeut, een psychiater, een teamsupervisor, een teamleider, 6 basic attenders en 1 huisgenoot. Ik werk als een basic attender. Wekelijks breng ik twee keer drie uur door met Adriaan. Samen pakken we aan wat er in het moment te doen is. We wandelen, ruimen op en maken schoon in zijn huis of hebben een gesprek wat meer lijkt op traditionele therapie. Bij onze team meetings is iedereen aanwezig en betrokken bij alle besluiten. Waar ik het meeste aan heb moeten wennen en ook het meeste van geniet is dat Adriaan bij mij thuis komt, mijn partner en mijn vrienden kent, dat we samen speciale momenten vieren zoals verjaardagen en dat de hele gemeenschap vaak bijeen komt voor sport, muziek en samen eten.
Al snel na mijn aankomst hier stond mijn wereld op zijn kop
Zo word ik niet verwacht Adriaan te helpen, of hem beter te maken, of te vertellen wat hij moet of kan doen. ‘Dit gaat er namelijk vanuit dat er iets mis is met Adriaan en niets mis is met jou en dat is absoluut niet waar,’zei mijn collega lachend, toen ik om opheldering vroeg. Dit houdt mij bezig. Is er iets mis met ons allemaal? Of is er met niemand van ons iets mis? Zijn ‘psychische aandoeningen of ziekten’ gewoon ervaringen die horen bij het menselijk bestaan en die wij allen kunnen krijgen? Bestaat er zoiets als psychisch gezond en ongezond? Waarom wil ik mijzelf zien als hulpverlener en Adriaan als patiënt? Wat mij sindsdien wordt gevraagd te doen is om samen te zijn met Adriaan. Samen te zijn als vrienden en niet als patiënt en hulpverlener.
In onze relatie staan eerlijkheid, geduld, respect, liefde en aandacht voorop
Het belangrijkste voor ons is het vertrouwen om altijd de waarheid te kunnen spreken, ook wanneer dit moeilijk is. Van Adriaan heb ik mogen leren hoeveel potentieel een dergelijke vriendschap heeft. Zelf ben ik 28 jaar oud en heb de neiging om confrontatie uit de weg te gaan, ten koste van alles. Adriaan dwingt mij om eerlijk en integer te zijn met hem. En om boos te zijn op hem en het te kunnen verdragen wanneer hij boos op mij is. Ik leer dat het ok is om woede te uiten en dat ik hierdoor niet automatisch iemand kwijtraak. Hier ben ik hem ontzettend dankbaar voor.
Zelf luister ik naar al zijn gedachten en trek wel eens wat in twijfel waarvoor hij mij bedankt. Hij vertelt mij dat hij zich erkend en gerespecteerd voelt door mij en in onze vriendschap kritisch heeft leren kijken naar zijn gedachten. Wij openen elkaars hart en reiken uit naar de gemeenschap. Samen verzamelen wij kleren en voedsel dat wij uitdelen aan de daklozen gemeenschap in Boulder. Ook sturen wij e-mails naar alle WCS betrokkenen waarin wij aandacht vragen voor het milieu en mensenrechten. Er komt een tijd dat Adriaan meer geeft om deze vriendschap en de gemeenschap dan om zijn gedachtenwereld. Vriendschap, en uiteindelijk liefde is ons antidotum.
De momenten waarin wij elkaar zien als vriend zijn hartverwarmend en tegelijk verwarrend
Want ben ik niet de hulpverlener en hij de patiënt? In Nederland werkte ik als hulpverlener en hier in de VS als vriend. Mijn ervaring is dat de rolverdeling van patiënt en hulpverlener, en het gefabriceerde onderscheid tussen gezond en ongezond, empathie en compassie in de weg staat. Als hulpverlener in Nederland zat mijn hart dicht. Ik sloot mij af voor de ander uit angst mijn eigen individualiteit of functie te verliezen. Adriaan en ik oefenen samen in compassie en empathie voor elkaar. Wij proberen ons in de ander te verplaatsen. Hierbij wordt het verschil tussen ons beide onduidelijk en dit brengt ons beide soms van ons stuk. Dat wij in staat zijn om samen deze onzekerheid te dragen en er over te praten brengt ons dichter bij elkaar. Het laat de vaak ‘professionele’ afstand tussen mij en Adriaan verdwijnen en zorgt ervoor dat wij elkaar aanschouwen als mens en elkaars ervaringen accepteren als ware het ons eigen zijn.
Vriendschap is wat ons allen laat groeien. Liefde is wat ons allen laat groeien. Aandacht is wat ons allen laat groeien.
Remco Paulusma is psycholoog en werkzaam in Amerika bij Windhorse Community Service, home based recovery of mental health.
Geef een reactie