Remke van Staveren is psychiater. Ze werkt bij BuurtzorgT in Amsterdam, en is medeoprichter en consulent van de afbouwpoli van GGZ Noord-Holland-Noord. Eind september verscheen haar boek Minder Slikken, een publieksboek over verantwoord afbouwen van psychofarmaca.
Wist je dat over geen enkel onderwerp in de GGZ de meningen zó verdeeld zijn als over psychofarmaca?
Heb je lichamelijke klachten, dan vragen mensen bezorgd: ‘Slik je wel medicatie?’ Heb je psychische klachten dan vragen mensen bezorgd: ‘Je slikt toch geen medicatie?’
Psychofarmaca, medicijnen voor de geest. Er zijn mensen vóór, er zijn mensen tegen. Terwijl psychofarmaca een zegen én een vloek zijn. Een zegen als iemand in crisis is. Een zegen als iemand eindelijk weer eens een goede nacht kan maken. Een zegen als angstaanjagende psychotische belevingen meer naar de achtergrond raken zodat iemand weer wat ruimte krijgt om te werken aan zijn herstel. Een vloek als de medicijnen té lang en in té hoge doseringen worden gebruikt. Want de bijwerkingen, je wilt niet weten!
Disclaimer: als psychiater ben ik niet voor of tegen medicijnen. Ik ben voor wat voor de cliënt werkt om te herstellen. En zo min mogelijk schade aanbrengt.
Flyer-Minder Slikken-A5-02Wist je dat je misschien wel jaren voor niets psychofarmaca inneemt?
Welke pillen je voorgeschreven krijgt hangt namelijk samen met de DSM-classificatie die gesteld wordt. Je weet wel, dat label. Maar wat weinig mensen weten is dat DSM-classificaties een houdbaarheidsdatum hebben. Het ene jaar voldoe je misschien aan de criteria, maar het volgende jaar niet. Bijvoorbeeld omdat je deels hersteld bent. Classificaties moeten – ja, moeten volgens de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst – om het half jaar voor het licht worden gehouden en vervallen na een jaar.
Trouwens, wist je dat artsen pillen leren voorschrijven, maar vaak geen idee hebben hoe die weer af te bouwen? (ik ook niet hoor, vroeger) De kans is groot dat je iets slikt dat eigenlijk al afgebouwd had moeten worden.
O, en met afbouwen bedoel ik geleidelijk minderen tot de laagste nog werkzame dosering en dan, eventueel, als de cliënt dat wilt, afbouwen om te stoppen.
Wist je dat te lang doorgaan met psychofarmaca je gevoeliger kan maken voor de oorspronkelijke klachten?
Dus stel dat je depressief was en te lang doorgaat met antidepressiva, je in de toekomst wel eens eerder depressief kunt worden? Ja, echt. En dat geldt ook voor psychose. Dit verschijnsel heet ‘oppositional tolerance’, of wel de slapende tijger. Jim van Os legt hier uit hoe dit zit.
Wist je dat de farmaceutische industrie niet meewerkt aan afbouwen? En zorgverzekeraars ook niet?
O ja, dat wist je al. Schandalig toch?
Wist je dat te veel slikken onnodige bijwerkingen veroorzaakt? En dat die bijwerkingen je vele levensjaren kunnen kosten?
Vooral antipsychotica staan bekend om hun vele bijwerkingen als sufheid, gewichtstoename, hoge bloeddruk, suikerziekte, cholesterol, bewegingsstoornissen (door cliënten treffend het zombie-gevoel genoemd). Check ook vooral de handige bijwerkingen keuzetool, hier op PsychoseNet.
Ook alle andere psychofarmaca kunnen ellendige bijwerkingen veroorzaken. Sommige antidepressiva veroorzaken seksuele stoornissen, andere een droge mond (wat je gebit verruïneert). Van benzodiazepines (‘pammetjes’) krijg je hersenmist.
Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Dat doe ik niet, want nogmaals, psychofarmaca zijn soms ook een zegen. Het punt is dat je zo min mogelijk moet slikken, maar wel zoveel als je nodig hebt. Jij maakt die balans op.
Wist je dat je bij psychische klachten geen ‘stofje tekort’ komt?
Dat verhaal over een stofje tekort (te weinig serotonine bij stemmingsklachten) of stofje teveel (teveel dopamine bij psychose) is een geniale marketing truc van de farmaceutische industrie. Geniaal omdat als mensen denken dat ze een stofje tekort komen of juist teveel hebben, ze uit angst voor terugval doorgaan met slikken.
Overigens spelen serotonine en dopamine wel een rol bij psychische klachten, maar zoals altijd is het een complex verhaal.
Wist je dat het afbouwen van die allerlaatste milligrammen verreweg de meeste klachten geven?
Bij afbouwen zit het venijn in de staart. Als je denkt dat je er bijna bent, en dat dat afbouwen eigenlijk wel meeviel, PATS BOEM, slaan de klachten toe. Bijna de helft krijgt ontwenningsverschijnselen en die kunnen echt erg zijn en lang aanhouden. Zorg daarom dat je hyperbool afbouwt, als een glijbaan (hyperbool is de vorm van een curve). Eerst kan je nog snel, naarmate je verder komt ga je langzamer en neem je kleinere stapjes.
Je hebt geen haast toch?
Wist je dat er bijna niets wetenschappelijks bekend is over verantwoord afbouwen?
Echt bizar. Wereldwijd verschijnen er elk jaar duizenden onderzoeken over het veilig opbouwen van medicijnen en maar een handje vol over afbouwen. Gezaghebbende wetenschappelijke richtlijnen en het Farmacotherapeutisch Kompas (hét medicatienaslagwerk voor artsen) besteden veel aandacht aan veilige begindoseringen en het zorgvuldig opbouwen van medicatie, maar gaat het om afbouwen dan voldoet vreemd genoeg maar één aanwijzing: ‘Bij staken medicatie geleidelijk afbouwen om onthoudingssymptomen te voorkomen.’ Nergens staat vermeld hoe je dat precies doet.
Verreweg de meeste kennis heb ik online opgedaan. Kennis die Jim van Os en Peter Groot delen. Kennis van cliënten die zelf met vallen en opstaan moesten uitzoeken hoe ze verantwoord kunnen afbouwen. Ze delen hun ervaringen online, waar ze websites bouwen en elkaar in ‘support groups’ en ‘survivor groups’ adviezen geven en praktische oplossingen uitproberen. Ook van de vragen en antwoorden van het eSpreekuur van PsychoseNet heb ik veel geleerd! Die ervaringskennis heb ik gebundeld en deel ik in mijn boek Minder Slikken.
Geef een reactie